Je zou er bijna ontwenningsverschijnselen van krijgen, zo lang duurde die zomerstop. Na de Krabbenrit die eind mei werd verreden moesten we het drie volle maanden zonder ritten stellen (ik heb het dan wel over de "reguliere" ritten, die ik eigenlijk klassieke ritten zou willen noemen, maar dat geeft dan weer verwarring met wat tegenwoordig klassiek wordt genoemd (kunt U het nog volgen?); liefhebbers van die laatste categorie konden trouwens wèl ook in de zomermaanden aan hun trekken komen.
Maar nu gaan we weer verder waar we gebleven waren, en zagen tot ons genoegen (en ongetwijfeld ook dat van de organiserende club Fasna) dat de Cannenburghrit, verreden op 10 september,  een verheugend aantal deelnemers trok (althans naar hedendaagse maatstaven…). Uitzetter Dik Vervoort bleek er weer prima in geslaagd te zijn te voldoen aan zijn eigen norm: naar eigen zeggen streeft hij ernaar vooral de deelnemers in de C- en in mindere mate die in de B-klasse niet al te moeilijke ritten voor te schotelen, terwijl toch tegelijkertijd de A-klassers voor interessante kaartleesproblemen dienen te worden gesteld. Hoe dat in zijn werk gaat vertelt de uitzetter U hier zelf (via een mail aan mij):

"De C klasse heb ik echt eenvoudig gehouden, door er voor te zorgen, dat de geconstrueerde route geheel te rijden was. Dus geen wegverleggingen en keercontroles. Daarbij heb ik gebruik gemaakt van 2 elementaire systemen ingetekende lijn (zonder barricades, zodat daar helemaal niet behoeft te worden geconstrueerd) en pijlen kortste route. Omdat niet door alle barricades van de andere klassen heen kon worden gereden, moest daarvoor wel een aparte kaart worden gemaakt. In traject 2 (Pijlen) kon ik wel gebruik maken van dezelfde kaart door te werken met klassepijlen. Omdat A de pijlbenadering reed, kwam ik voor B en C afstand te kort. Dat heb ik opgelost door een aantal niet moeilijke pijlen extra op te nemen alleen voor B en C. Door een paar pijlen alleen voor C en een opdracht in het veld voor B, heb ik de C-klasse weg kunnen houden van wegverleggingen en herconstructies."

Ik neem dit citaat hier op opdat U kunt zien met welk soort problemen een uitzetter eigenlijk wordt geconfronteerd als hij bezig is met het "in elkaar zetten" van een kaartleesrit. Ik weet uit eigen ervaring hoe lastig dat soms is, en ook dat je rekening moet houden met een risico: als je in de periode dat je de rit aan het ontwerpen bent ergens een kleine verandering aanbrengt (op de kaart of bij een opdracht) kan dat gevolgen hebben voor andere klassen en/of trajecten. Ben je bijvoorbeeld met de A-klasse bezig en besluit je dat op de controle P de opdracht "HKL" beter kan worden vervangen door "HKL-ER", dan kan je gemakkelijk over het hoofd zien dat bijvoorbeeld de B-klasse ook langs die controle komt en met die nieuwe opdracht geheel de verkeerde kant wordt opgestuurd. Het is maar een voorbeeld… Gelukkig zijn er ook nog mensen die de rit controleren (liefst dus NADAT alle veranderingen zijn aangebracht), en als die dat heel nauwgezet doen dan moeten dat soort foutjes boven tafel komen. (Om misverstanden te voorkomen: deze uiteenzetting is in het algemeen bedoeld, en wil niet zeggen dat er in de Cannenburghrit fouten zaten; als die er al in zaten dan heeft controleur Kees van Schenk Brill – zelf ook bepaald geen groentje – die er blijkbaar keurig uitgehaald.)
Het aardige van de Cannenburghrit is dat die al jaren dezelfde twee kaartleessystemen gebruikt, en dat beide systemen, althans voor de A-klasse, een extra element bevatten dat je nooit (?) bij andere ritten tegenkomt. Het ene systeem is een ingetekende lijn met barricades ("baril"), waarbij de nevenroute (de route om zo'n barricade heen) niet korter mag zijn dan het overgeslagen deel van de lijn. Niet heel moeilijk, maar wel iets waar je steeds op moet letten; het komt in het betreffende traject meestal maar 1 of 2 keer voor dat een te korte nevenroute mogelijk is. En het andere systeem is een pijlenrit waarbij we de pijlen eerst gewoon moeten berijden, maar daarna ook nog eens moeten benaderen ("pijlbenadering"): vanaf de eerste samenkomst van wegen na de pijl moet er een compleet rondje om de pijl worden gemaakt totdat hetzelfde punt weer is bereikt, waarna we op weg gaan naar de volgende pijl. Prettig voor de uitzetter: je kan kortste-route-grappen en grensbenaderingsvalletjes naar hartenlust door elkaar gebruiken, in één traject.
Tijd voor een voorbeeld. (NB: Ik realiseer me dat ik bijna altijd voorbeelden uit de A-klasse geef. Dat komt enerzijds natuurlijk omdat ik zelf in die klasse rijd en dus uit eigen waarneming kan putten, maar anderzijds ook omdat de C-klasse meestal (en nu dus ook weer) een traject zonder herconstructies rijdt, en over het "gewoon" volgen van een ingetekende lijn valt nu eenmaal niet heel veel te vertellen. En ik hoop dat de C-klassers die deze columns lezen daar toch voldoende begrip over bijvoorbeeld grensbenadering van meekrijgen dat ze er toch hun voordeel mee kunnen doen als ze toch ook eens met soortgelijke problemen (of probleempjes) te maken krijgen. En wat de B-klasse betreft: sorry heren (en dames), jullie vallen hier misschien een beetje buiten de boot, maar ik denk dat jullie inmiddels genoeg ervaring hebben om de hier behandelde onderwerpen naar waarde te kunnen schatten.)
 
 
Links de wedstrijdkaart van traject 2, rechts de uitleg; de rode letters zijn door mij toegevoegd. Het pijltje rond het getal "12" geeft aan dat de benadering linksom moet geschieden. Na het berijden van pijl 12 dient dus de volgende "pijlbenadering" te worden gemaakt: a-b-c-d-e-g-a (beginnen op punt a, en dus ook eindigen op dat punt a). En daarna moet de kortste route naar (in dit geval) de finish (de gele vlag op de kaart) worden gereden, dus a-b-y-x-finish. Op a-b staat keercontrole 29, en nu moeten we een nieuwe benadering maken: a-g-x-y-b-c-d-e-g-a. Via zelfstempelaar B en scherprijder G worden we op y-b door controle 30 opnieuw gekeerd. Alweer een nieuwe benadering (maar niet moeilijk): y-z-w-d-e-g-a. Hier eindigt zoals gezegd de pijlbenadering, en begint de route naar de finish, zodat we voor de tweede maal controle 29 noteren (je kan trouwens nergens anders heen vanuit punt a, want we mogen niet nogmaals over pijl 12, en keren mag ook niet). Er zijn mensen die moeite hebben met die tweede 29, omdat die misschien fout zou zijn vanwege voorkennis. Maar nee, zoals in een vorige column al uiteengezet, als de geconstrueerde route twee maal over één weg voert, zoals in dit geval de weg a-b (zie hierboven), dan kan je een keercontrole op die weg ook twee maal moeten aandoen. In dit geval stond het zelfs expliciet in het Bijzonder Reglement van de rit: "12. Voorkennis. Conform TRK 2 art.9 , met dien verstande dat voorkennis vervalt telkens aan het eind van een pijl en aan het eind van een pijlbenadering". En die pijlbenadering liep tot punt a, zodat vlak voor het voor de tweede maal bereiken van controle 29 de voorkennis inderdaad verviel.
 
Wat vindt U trouwens van de uitleg? Ik bedoel die van de uitzetter, dus het rechter plaatje hierboven. Netjes toch? Zou dat komen omdat ik eens heb geschreven dat dit mogelijk een verbeterpuntje was? Hier naar gevraagd verklaarde de uitzetter dat dit niet het geval is, want de organisatie "vond zelf ook al dat het beter kon". Hoe dan ook, het resultaat mag er zijn! Om Uw geheugen op te frissen, zo zag het er vorig jaar uit:
 
Dat deze rit onder schitterende weersomstandigheden werd verreden had zo zijn voordelen (gezellig sfeertje, lekker raampjes open, alles goed te zien), maar er waren ook nadelen. Wat je op zo'n prachtige septemberdag allemaal niet tegenkomt…: huifkarren, paardentrams, pelotons wielrenners, hele kuddes recreatie-fietsers, wat al niet. En eigenlijk wil je lekker doorrijden…, maar als U weet hoe smal de weggetjes soms zijn en hoe snel respectievelijk juist langzaam bovenstaande verkeersdeelnemers zich plegen te bewegen, dan begrijpt U dat er ook wel eens gemopperd werd. Maar ja, "elk voordeel heb z'n nadeel" (of was het andersom?).
Vooruit, nog een voorbeeld, nu uit traject 1. U ziet weer links de wedstrijdkaart, en rechts de verstrekte uitleg (met in rood mijn toevoegingen). We komen van rechtsboven, en de nevenroute om blokkering 9 is a-b-c-d-e: zo kort mogelijk na de barricade de lijn oppakken. Via controle V komen we bij keercontrole 5. Nu is punt e niet meer bereikbaar, en moeten we de route opnemen bij c, richting d. De lijn mag niet tegengesteld worden bereden, dus wordt de route d-x-y-p-c, waarbij we controle F noteren. Vervolgens kan vanaf c de lijn gewoon gevolgd worden, zodat we nogmaals langs de F komen. Bij dit alles komt echter nog dat er ook een wegverlegging in het spel is: de weg d-x loopt in werkelijkheid niet door naar y, maar buigt meer naar links om bij z uit te komen op de kaartweg y-p. Nu is het opletten geblazen: de eerste keer dat we hier rijden zijn we bezig met een omweg, veroorzaakt door keercontrole 5. Omdat er zoals nagenoeg altijd geen sprake is van "omweg-op-omweg" behoeven we het gemiste stukje y-z niet op te halen, maar kunnen we vanaf z een nieuwe omweg naar c construeren: eenvoudig z-p-c. Maar de tweede keer dat we d-x-y (proberen te) rijden zijn we gewoon de ingetekende lijn aan het volgen, en nu moeten we het stukje y-z dus wel ophalen, en wel via z-p-s-t-y. We worden beloond met controle 30, waarna controle M de opdracht "NVH" (niet verder herconstrueren) geeft, zodat we via scherprijder G (die U al kent uit het eerste voorbeeld hierboven) naar de VTC rijden, om daarna van een welverdiende rust te genieten.
 
   
 
Hoe kom je er nu eigenlijk achter dat er sprake is van een wegverlegging? Soms is dat heel simpel te zien aan een bocht in de weg, terwijl die weg op de kaart rechtdoor loopt. Of juist omgekeerd: op de kaart staat een bocht, maar in werkelijkheid ga je rechtdoor. In beide gevallen kom je niet op het goede punt uit, en moet je (als je daardoor route overslaat) een herconstructie maken. In het onderhavige geval had de uitzetter het wat geniepiger gedaan: door op de kaart de weg x-z te vervangen door x-y bereikte hij dat het moeilijk te zien was, want zowel op de kaart als in werkelijkheid knikt de weg bij x naar links, en het is al rijdend nauwelijks waar te nemen dat die knikken een aantal graden van elkaar verschillen.
In het plaatje hiernaast (waarin ik de kaart gemakshalve net zo schuin heb geplaatst als de wedstrijdkaart erboven) ziet U de originele topografische kaart; als U goed let op de rode huizen aan de ongeveer noord-zuid verlopende weg, daar waar de ingetekende lijn "einde weg links" gaat (dus bij y/z), dan ziet U wat er aan de hand is. De deelnemers die bij x (en bij y/z) niets in de gaten hebben, maar wel goed meten, die ontdekken bij p dat ze 100 meter te kort komen (y-p is 1100 meter maar vanaf z rijd je maar 1000 meter tot p), en komen er dan toch nog achter dat ze een stukje gemist hebben. Best lastig hoor, er zijn Luksemburgers die zoiets gewoon over het hoofd zien…
 
We eindigen maar weer met de oude doos. Het was heel lang geleden in een Tulpenrally die in Noordwijk startte (maar het kan ook Scheveningen zijn geweest). Het begon met een neutrale route naar een punt ergens in België, waar het echte werk begon. De routechef reed voor de deelnemers uit, en ontdekte ergens bij Tilburg een snelheidscontrole. Omdat hij net als U en ik wist dat rallyrijders ook in neutrale etappes wel van flink doorrijden houden, dacht hij "oeps, daar moet ik wat aan doen". Hij reed een stukje terug, schreef op een bord iets als "Tulpenrally – pas op: snelheidscontrole", en plaatste dat bord langs de weg. Toen dacht hij "o jee, ze zitten vlak achter me, ik mag wel een beetje opschieten…". De rest kunt U raden. De enige die een bekeuring opliep bij de bewuste snelheidscontrole was… jawel, de routechef!
 
Na het schrijven van bovenstaande slotalinea bedacht ik dat er nog iets was dat ik met U wilde delen. In een ommetje aan de ingetekende lijn stond controle 13, die fout was omdat je, als je het goed deed, niet de lijn aan het volgen was maar bezig was met een omweg vanwege een eerdere keercontrole. De uitzetter hielp hier een beetje: hij had de naam van de weg ietsje gemodificeerd! Zie het linker kaartfragment; rechts de originele versie.