Vraag 1

DRR artikel 5.b.2 gelegenheden.
Mag op het bord INRIT een pijl en/of (achtergrond) plaatje voorkomen?
Uitspraken op art. 5 1996-1999; uitsluitend de tekst INRIT of IN- RIT.

 
  

Antwoord 1

Het woord UITSLUITEND in de genoemde uitspraak refereert aan de tekst op het bord. Er mogen best afbeeldingen op een bord INRIT voorkomen.
 
 

Vraag 2

Waar is de opdracht 2 uitvoerbaar?

 

1. aanhoudend weg berijden
2. na “ABC” links

 

Antwoord 2

Opdracht 2 is uitvoerbaar door op de einde wegsituatie naar links te gaan.

 

Conform artikel 15. b. eindigt het berijden als de eerstvolgende zijgelegenheid wordt bereikt.

Dit is bij de nalijn “XYZ”. Vervolgens kan men constateren dat de tekst “ABC” voor het links afslaan in de na positie staat.

 

 

Vraag 3

Zijn de onderstaande opdrachten in het verlengde van de uitspraak “weg Ri Ede” (febr. 2000) toegestaan?

23. asfaltweg Ri Ede

24. gelegenheid Ri Ede

25. parkeerplaats Ri Ede

26. verkeerspaddenstoel Ri Ede

27. bord/pijl richting Ede

28. wegsituatie/viersprong enz. Ri Ede

Antwoord 3

Opdracht 23 is toegestaan.

Opdracht 24 is toegestaan.

Opdracht 25 is NIET toegestaan, dit in het verlengde van de artikelen 8f en 8g van het URR.

Opdracht 26 is NIET toegestaan, alleen Ri, wegwijzer Ri, P Ri of WW Ri is toegestaan.

Opdracht 27 is NIET toegestaan.

Opdracht 28 is toegestaan.

 

Vraag 4

Moet de plaatsnaam bij opdrachten zoals; na plaatsnaambord R(L) voorkomen in het  Woonplaatsenregister t.b.v. Routebeschrijvingsritten (WPR)?

 

Antwoord 4

Nee.

Het mag voor een ieder duidelijk zijn wat een plaatsnaambord is. Zie ook het boekje “Verkeersborden en Verkeersregels in Nederland”.

Op een plaatsnaambord mogen dus plaatsnamen voorkomen die niet in het WPR voorkomen.

Indien in een Regio afwijkende plaastnaamborden voorkomen, dan dient de uitzetter de uitvoering van dit bord aan te geven in het Bijzonder Reglement.

Dit conform het URR; Twijfelgevallen dienen altijd te worden voorkomen!

 

 

 

De opdracht  31. na plaatsnaambord R is uitvoerbaar op beide borden.


 
 

Vraag 5

Moet je na het tweemaal uitvoeren van opdracht 1 bij de weg met het verkeersbord doodlopende weg doorgaan met opdracht 1 of kan je hier opdracht 2 uitvoeren.

 

1. aanhoudend 1e weg R (VADNA)

2. na verkeersbord R

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Antwoord 5

Bij het gebruik van VADNA moet je alle verkeersborden aanduidende doodlopende weg als niet aanwezig beschouwen, totdat je het eerste oriënteringspunt uit opdracht 2 bereikt .

Ter hoogte van het verkeersbord aanduidende doodlopende weg ben je nog steeds bezig met opdracht 1 en dien je dit bord vanwege VADNA als niet aanwezig te beschouwen. Pas nadat je via de herstelopdracht van RC G bezig bent met opdracht 2 kun je het verkeersbord aanduidende doodlopende weg als oriënteringspunt  gebruiken.

 

Goed: G.

Zie ook uitspraken GRC mei 2001.