Het moet gek lopen als vader en zoon Luksemburg dit jaar niet opnieuw nationaal kampioen in de A-klasse worden. Zij hebben vier ritten gereden (van de zes die tot nu toe verreden zijn) en daarbij drie eerste plaatsen behaald plus één tweede. Maar omdat van de negen ritten er uiteindelijk vijf meetellen zijn ze nog niet zeker van de eindzege, iets met hete adem of zo...  Waarom ik hier tegen mijn gewoonte in melding van maak is dat het wel grappig is dat er van die twee ritten die zij niet wonnen eentje op naam kwam van de columnist en de andere op die van de gastcolumnist! Hoewel de laatsten beiden theoretisch nog kampioen zouden kunnen worden (door verder alles te winnen) zal het er wel op neer komen dat zij onderling mogen uitmaken wie er op de tweede plaats terecht komt. Voor wie mee wil rekenen, hierbij de tussenstand (we beperken ons tot de navigatoren, bij de bestuurders ligt het anders); het rijtje 104-103-103 ziet er spannender uit dan het is:
In dit overzichtje (te vinden op deze site) staat de rode "16" voor de Brabant-Grensrit die jongstleden zaterdag verreden werd, en het beoogde onderwerp van deze column is. In het leuke wedstrijdgebied ten zuiden van de lijn Breda-Tilburg had uitzetter Sjef Huijbregts een hele fraaie en degelijke rit uitgezet, met slechts één systeem: grensbenaderen met bij het omrijden zo min mogelijk over rode wegen. Dit is inmiddels het vaste systeem van de BGR, en het geeft de uitzetter de mogelijkheid behoorlijk ingewikkelde vallen in zijn rit te stoppen. Hoewel de rit daardoor een tamelijk hoog puzzelgehalte heeft was er - net als vorig jaar - toch sprake van een lekkere rij-rit, vooral omdat het gebruik van industrieterreinen tot een bijna absoluut minimum beperkt werd. Dat is wel eens anders geweest...  En omdat Sjef beseft dat je de C- en D-klassers niet al te veel met heel lastige constructies moet lastig vallen (en de A- en B-klassers er tussendoor toch ook wel wat anders willen) was deze rit een uitstekende mix van ingewikkelde en simpele situaties. Onder "simpele situatie" versta ik dan een val(letje) waar je één controle kan halen, en die is dan goed of fout, waarna we overgaan tot de volgende situatie. Vaak is zo'n val gebaseerd op het wel of niet zien van een kaartteken, een weg door een tekst, een weggetje vlak langs de grenslijn, dat soort dingen. 
 
In onderstaande collage ziet U vijf kaartfragmenten uit de vier deeltrajecten van deze BGR, in willekeurige volgorde. Op elk van deze fragmenten kunt U één of meer situaties vinden waar de uitzetter een "basisval" heeft verwerkt. Hier is dus geen sprake van ingewikkelde constructies met zo min mogelijk rood rijden of omrijden op een wegverlegging, maar gewoon "grensbenaderen zoals het bedoeld is" (of ooit bedoeld was). De richting van de grensbenadering doet er hier niet toe, kijkt U alleen maar of U iets bijzonders ziet. Verderop in deze column volgt de "oplossing".
Uiteraard waren er ook situaties waar het "wat" ingewikkelder in elkaar zat, en je hele reeksen (keer)controles moest noteren, en dan liefst in de juiste volgorde. In het ochtendtraject zat een val die nogal lastig was. Uw columnist (RdV) dacht het goed te hebben gedaan, maar gastcolumnist John Terpstra had een andere oplossing. In de rust werd dit druk besproken, waarna we de oplossing van RdV als de juiste beschouwden. Nu had ik dit misschien beter niet al in de rust kunnen uitleggen, want wat bleek: in het middagtraject zat - op een andere plaats - een val die sprekend leek op die uit het ochtendtraject, en een zelfde soort oplossing had. En omdat JT snel leert deed hij het nu ook goed... (hetgeen er toe bijdroeg dat hij samen met chauffeur Dik Vervoort deze BGR op zijn naam kon schrijven!). Ik laat beide vallen maar even zien.
Eerst die uit het ochtendtraject; we beginnen bij de oranje pijl en moeten grensbenaderen tegen de wijzers van de klok in, dus aanhoudend rechts. De controles zijn vandaag zichtbaar in de richting van de vlag (bijvoorbeeld de 44: in noordelijke richting). We mogen niet over rood, dus de hoofdroute is a-e-f-g-h-f-e-k-z. Bij herconstructies mogen we wel over rood, maar zo min mogelijk. De weg e-f is afgepijld (DLW); het opnamepunt is f>g. We rijden dus e-k-m-h-f (het rood tussen m en h is niet te vermijden), en belanden bij keercontrole 45. Nu is punt f niet meer te bereiken (en g uiteraard ook niet), zodat het nieuwe opnamepunt h>f wordt. Dit is dus weer zo'n situatie: we willen naar het punt waar we net voorbij zijn (we staan tussen h en f). Je zou nu ergens buiten dit gebiedje een keerlus kunnen maken (voorbij m, z of a), maar dan ga je heen en weer over het rode weggedeelte. Dat kan beter: na het keren bij de 45 via h-g-f-e-k-m naar het opnamepunt h>f (dat is slechts één keer over het rode weggedeelte). Dat lukt maar enkele meters, namelijk tot de 44. Na het keren bij deze 44 bereiken we onmiddellijk het opnamepunt, en vervolgen de hoofdroute van h naar f, en worden opnieuw gestopt door de 45  (de voorkennis is verdwenen omdat vanaf punt h hoofdroute wordt gereden). Hierna is het niet heel moeilijk meer: opnemen bij f>e, via h-g-f, dus weer de 44. Nu eigenlijk nog opnemen bij e>k, dus via een keerlus ergens rechts van a, maar op weg daarnaartoe geeft de bemande controle Q de opdracht "EL-NVH", dus niet verder omrijden en direct naar k en verder naar z. De juiste oplossing is dus 45-44-45-44-Q. Nota bene: op de wedstrijdkaart was de driehoek f-g-h ongeveer 3x4x4 millimeter (in het terrein zo'n 100x150x150 meter), dus dat gaf nogal wat priegelwerk. Een tip: teken een dergelijke situatie even wat groter op een vel papier, dan zijn tijdens het construeren van de routes de relevante punten wat gemakkelijker aan te wijzen, zeker als je er met z'n tweeën over wilt discussiëren.
En dan dus in het middagtraject de situatie die net zo in elkaar zat, eigenlijk met als enige verschil dat er na de twee maal twee keercontroles geen "NVH" volgde, zodat er nog één controle extra moest worden gehaald. Zie het volgende plaatje. Ook hier ging de grensbenadering tegen de klok in: vanaf de oranje pijl was de hoofdroute a-b-c-d-e-f-g-h-f-e-k-z. En op dezelfde manier als in het vorige voorbeeld 45-44-45-44-Q moest worden genoteerd, was hier de oplossing (na de vrijwel gratis D) 36-35-36-35. Maar zoals gezegd, hierna kwam geen opdracht "NVH"; en dus moest de hoofdroute uiteindelijk nog bij e>k worden opgenomen, zodat er nog even heen en weer rijden naar de driehoek b-c-d nodig was. De totale oplossing was dus D-36-35-36-35-D.
Bij wijze van tussendoortje een situatie waar onze kennis van de kaarttekens werd getest. Op weg van de oranje pijl naar de cirkel ten noorden van Alphen-Oosterwijk (van a naar z) was het (eventuele) probleem: gaan we het gebied rechts op de kaart in, of niet? Anders gezegd: al dan niet keercontrole 28 noteren? Het antwoord is: wèl noteren, want tussen de twee parallelle wegen c-d staan weliswaar allemaal kruisjes op de kaart, maar die vormen samen het kaartteken voor "hek", en in dit geval kan je daar precies helemaal omheen rijden: c-d-e-c.
 
Als laatste voorbeeld uit deze prima BGR (ik zeg het nog een keer, anders gaat uitzetter Sjef weer vragen wat ik ervan vond...) een middelmatig moeilijke situatie. Of beter gezegd: een niet zo moeilijke situatie die je heel gemakkelijk fout kon doen. De hoofdroute (weer vanaf de oranje pijl) is a-k-m-n-o-p-z.
Het enige probleem is dat (na de gratis controle A) de weg n-o er in werkelijkheid niet is, zodat de hoofdroute bij o>p moet worden opgenomen. Voor de hand ligt dan een rondje linksom (n-s-u-k-m-t-o), dus eerst nog eens de A en dan de B. Maar helaas, het rondje rechtsom (n-s-p-o-n-m-t-o) blijkt net iets korter te zijn, en omdat o-n ook niet lukt krijg je dan eerst de B (van de andere kant), waarna alsnog A-B volgt. Alles achter elkaar dus A-B-A-B. 
Tot slot de "oplossing" van de vijf fragmenten uit het begin van deze column. De rode cirkels geven aan waar U moet kijken.
Fragment 1: verstopt in het bos zit het kaartteken voor fietspad; die weg mag dus niet worden gebruikt.
Fragment 2: het modeverschijnsel "water over de weg"!
Fragment 3: in dit plaatje zitten zelfs drie "dingetjes"; van links naar rechts: (a) een gat in de grens, (b) een bermlijn (die niet erg opvalt omdat er ter plaatse ook een coördinaatlijn loopt), en (c) nog eens een fietspad (maar dat diende meer als afleiding, want rechts ernaast - even buiten de rode cirkel - staat een Y, zodat we vanuit Spaansehoek toch naar het noorden mogen/moeten).
Fragment 4: ook in deze rit: de voetbrug ("Vbr"); maar dit exemplaar belemmert de doorgang niet: U gaat er onderdoor!
Fragment 5: een doorgetrokken bermlijn (weer bij een coördinaatlijn, dat kan geen toeval zijn?).
 
Wat de kaartliefhebber wellicht ook opvalt zijn de dorpen of gehuchten met bij de meesten toch volstrekt onbekende namen: Meijsberg, Bolberg, Weilenseind, Dassemus, Druisdijk, Aardbol, Heikant, Witgoor, Houtgoor, Leg, Looienhoek. Daarbij vergeleken is Chaam welhaast een wereldstad, en die naam komt U dan ook op drie van de vijf fragmenten tegen. Buiten deze fragmenten zagen we ook nog Langereit, Boslust, Looneind, Kwaalburg, Hondseind, en de buurdorpen Verhoven en Nerhoven (!). Ook opvallend: de Oude Bredase Baan (fragment 5), de Oude Tilburgse Baan (fragment 3), en de Nieuwe Maastrichtse Baan (fragment 2). We zitten hier inderdaad ruwweg tussen Breda en Tilburg, maar Maastricht?