Hierbij alweer de zesde aflevering van de militair-getinte columns van John Terpstra. Hoewel U eigenlijk natuurlijk geen tijd heeft om dit verhaal te lezen, druk als U bent met het oplossen van de RdV 2019, beveel ik hem toch bij U aan. En er zit nog een opdracht in ook, maar die is gelukkig niet zo moeilijk (vond ik), dus dat zal niet heel veel tijd kosten... Veel leesplezier!
 
Kaartlezen in een militaire context [6] - door John Terpstra
 
In mijn vorige column heb ik u beloofd dat ik u in deze column een inzicht zou geven in de organisatie van de Militaire Commissie Automobiel- en Motorwedstrijden (MCAM). Deze commissie is ingesteld bij een Ministeriële Beschikking en maakte onderdeel uit van de strijdkrachten met aanvankelijk 1 functieplaats, later terug gebracht tot een halve functieplaats. De voorzitter van de MCAM was een actief dienende kolonel of generaal, die door deelname aan MCAM-ritten in het verleden ervaring had opgedaan in het kaartlezen. Verder waren er een secretaris (actief dienende militair), en één of meer leden die onder meer belast waren met de logistiek tijdens de ritten. De commissie werd administratief ondersteund door een burger die de formele functieplaats bezette. Ten slotte was er een adviseur, in de rang van generaal-majoor of luitenant-generaal, die net als de voorzitter veel ervaring had in het deelnemen aan militaire kaartleesritten.
 
De MCAM organiseerde 3 ritten per jaar. In het voorjaar een Oefenrit (in het begin Adspirantenrit) genoemd, aanvankelijk bedoeld voor die equipes die nog weinig ervaring hebben in het gemotoriseerd kaartlezen, later ook voor gevorderden. In het najaar de 18-uursrit en een Seniorenrit. Voor elke rit was er een wedstrijdleider, die de kaartleestechnische verantwoordelijkheid voor de rit had. Hij werd bij de 18-uursrit bijgestaan door 2 deelchefs die verantwoordelijk waren voor 2 of 3 trajecten. Deze trajecten werden weer uitgezet door 2 of 3 trajectchefs per traject. Er werd daarbij onderscheid gemaakt in een klasse voor de gevorderden en voor de beginners. Vanaf 1992 ben ik 8 keer deelchef geweest, en heb ik samen met de al in een eerdere column genoemde Guido Bakema 55 trajecten uitgezet. Verder heb ik van 2001 tot en met 2006 de PR verzorgd voor de MCAM. U ziet dat ik tuk ben op cijfertjes hetgeen mij, na mijn parate loopbaan bij de Infanterie, uiteindelijk via een studie gebracht heeft bij het sociaal wetenschappelijk onderzoek van de Landmacht. Voor we verder gaan met de grote lijnen van het organiseren van de ritten, eerst even een intermezzo.
 
In voorgaande columns heb ik u deelgenoot gemaakt van het kaartleessysteem punten gebaseerd op luchtfoto’s. In 1995 werden er luchtfoto’s in kleur gebruikt. Bijgaand 2 luchtfoto’s met het bijbehorende kaartfragment. Lukt het u om de plaatsen op de kaart te vinden? Oplossing volgt in de volgende column.
De commissie vergaderde over het algemeen twee keer per jaar. Een keer in het najaar om de gereden ritten van dat jaar te evalueren en de grote lijnen uit te zetten voor het volgende jaar. In januari werd dan een vergadering gehouden waarbij de wedstrijdleider zijn plannen voor dat jaar ontvouwde. ‘s Morgens waren de commissieleden en de deelchefs aanwezig en ‘s middags voegden zich de trajectchefs bij het gezelschap. Op basis van de in de ochtend gemaakte afspraken ontvingen de trajectchefs de details van hun traject, zoals toe te passen kaartleessysteem, afstand, startpunt en eindpunt van het traject. In de volgende maanden gingen de trajectchefs aan het werk en leverden voor een afgesproken tijdstip hun trajecten in bij de deelchef. Deze trajecten werden gezamenlijk onder leiding van de deelchef nagereden en zo nodig aangepast. De deelchef leverde zijn trajecten daarna in bij de wedstrijdleider en onder leiding van de voorzitter werden meestal in de maand juni alle trajecten nagereden, waarbij de adviseur, de wedstrijdleider, en de deelchefs aanwezig waren. Afhankelijk van het aantal beschikbare plaatsen in de combi konden er ook nog 1 of 2 commissieleden mee met het narijden. Voor het narijden van alle 8 trajecten werden 2 dagen gereserveerd en er werd overnacht op de kazerne waar de 18-uursrit zou worden gehouden. Alle opdrachten waren tevoren aan alle deelnemers van het narijden verstrekt, zodat deze thuis rustig de gelegenheid hadden om eerst alle trajecten uit te werken. Ondanks dat er serieus werd gewerkt tijdens het narijden, was er ook wel tijd voor een dolletje, met name als er toch nog onvolkomenheden in een traject werden gevonden. Tevens werd er nogal eens gediscussieerd of een scherprijder nu wel of niet reëel of functioneel was. Aan de andere kant werd het rijden in de combi vanwege de vele drempels allengs als vervelend ervaren.
 
Gezien mijn opmerkingen in een van mijn vorige columns over een generaal die mij opdroeg deel uit maken van een team van het wapen van de Infanterie onder de woorden "tel met mij mee", terwijl hij daarbij op zijn schouder wees, hecht ik er nu aan om ondanks dat er wel eens grapjes gemaakt werden over hiërarchische verhoudingen in de combi, de uiteindelijke besluiten in gezamenlijk overleg werden genomen los van de hiërarchische verhoudingen. Een groot aantal jaren was de wedstrijdleider kapitein, terwijl veel trajectchefs en deelchefs hoger in rang waren. Toch was de wil van de wedstrijdleider wet. Een kwalitatief hoogstaande rit had daarbij de prioriteit.
 
Voor de Oefenrit (4 trajecten) en de Seniorenrit ging het op dezelfde wijze, echter bij deze ritten waren geen deelchefs en reden de trajectchefs mee bij het narijden. Meestal had de wedstrijdleider separaat met de trajectchefs de route al nagereden, zodat er bij het narijden van de commissie sprake was van nagenoeg voltooid stafwerk. Een bijkomende taak van de commissieleden was de beoordeling of een rit niet te moeilijk zou zijn.
 
Om af te sluiten voor de liefhebbers een voorbeeld van een Eilandenrit. In mijn eerste column heb ik al geschreven over dit systeem en Rob heeft in die column op basis van het bijbehorende oleaat een stuk van de eilandenrit ingetekend op de kaart. Nu kan ik u zowel het kaartfragment als alle bijlagen presenteren van traject 2 van de 18-uursrit van 1995. De opdracht en de aanwijzingen spreken voor zichzelf.
 
Wordt vervolgd.