Niet-kaartwegen, art 10.c.1 en 2 TRK
Sectie kaartlezen 31-12-2007
vraag van H. Timmermans (namens A.S.C. De Baronierijders)
Route; a-b-c-d-e-f-g
b-c onderbroken,
opnemen bij c via b-h-m-e-d-k-c.
In deze herconstructie dwingt controle A naar links (bij h).
m-e gaat over in niet kaartweg m-n-f.
Bij n doorsteek, minder dan “Y” meter, naar e.
Vraag: Doorsteek n-e gebruiken (volgens art. 10.c.2) ?
of doorrijden naar controle B (volgens art. 10.c.1) ?
Anders geformuleerd:
Wordt men door controle A de niet-kaartweg m-n-f opgedwongen (volgens art. 10.c.1)? Het gaan berijden van de niet-kaartweg is niet het directe gevolg van de opdracht, maar vloeit er uiteindelijk wel uit voort. Hoe moet het woord “gedwongen” uit art. 10.c.1 hier worden geïnterpreteerd?
Antwoord: RC B is fout, doorsteek n-e gebruiken (volgens art. 10.c.2).
Motivatie: Na de opdracht 1L bij h naar links. Daar kom je op een kaartweg en construeer je een nieuwe route naar c via h-m-e-d-k-c. Daarmee is de opdracht afgesloten en rij je op de kaartweg h-e. Bij m gaat de kaartweg over in een niet op de kaart voorkomende weg (art. 10.a.6). Omdat je bij n op een niet-kaartweg rijdt (art 10.c.2) moet je bij n het doorsteekje n-e gebruiken.
Indien h-m een niet op de kaart voorkomende weg zou zijn (zie onder) rij je bij n nog op de niet op de kaart voorkomende weg (h-m-n-f) waar je opgedwongen bent door de opdracht en mag je dus het doorsteekje n-e niet gebruiken.
RC B is goed, doorsteek n-e niet gebruiken (volgens art. 10.c.1).