Het is hollen of stilstaan. Na twee jaar stilstand nu opeens op twee opeenvolgende zaterdagen een kampioenschapsrit. Vorige week de Pijlenrit (zie vorige column), en deze week de Turfschiprit. Vreemd, met acht ritten in een jaar zou je die toch wat logischer kunnen plannen? De volgende rit, de Botterronde, stond op de kalender voor 30 april, maar die schijnt niet door te gaan wegens gebrek aan uitzetters. Merkwaardig… De eerstvolgende rit is nu dus de Krabbenrit op 14 mei, dus zo'n twee maanden na de Turfschiprit. Dat is een wel heel ongewenste indeling van de voorjaarsritten.

 Wie Turfschiprit zegt, zegt Piet van Rijckevorsel. En dat betekent, althans voor de A-klasse, gegarandeerd een "truc met het viaduct" (ééntje? of vier? – zie verderop),

en ook een val met een verlegd opnamepunt (waarbij je niet meer terug moet willen naar een punt waarvan je inmiddels hebt kunnen vaststellen dat het onbereikbaar is, maar waar je opeens toch weer kunt komen – ik zal het u deze keer besparen, en dat is niet omdat ik het zelf fout heb gedaan!). Dit soort moeilijke vallen worden dan steevast afgewisseld met wat enkelvoudige valletjes, maar ook met een aantal "middelmatig moeilijke" situaties. Van die laatste geef ik straks een voorbeeld. Laten we beginnen met wat lichte kost:  ik laat u vier situaties zien, en vertel er bij wat de oplossing zou kunnen zijn. Aan u om te beoordelen of die oplossing al dan niet correct is. De routes beginnen steeds bij A en eindigen bij B, en de grensbenadering gaat steeds tegen de klok in, dus in principe aanhoudend rechts. 

[1]

In de grensroute komen hier twee kleine lusjes voor: bij h en bij i.

Op de weg daarheen staat keercontrole 31. Bij het omrijden mogen we de grens over ("grensoverschrijdend gedrag"), en dus gaan we via k naar controle 32. Weer keren, en dan is er nog één mogelijkheid om in het gebied g/h/i te komen: via m, en dus controle 33. Compleet dus: 31-32-33. Goed of fout?

[2]

Aha! We zien een mooi verstopt lusje, net onder de "t" van "Maten", in de linker onderhoek van dit fragment. Beloning: controle 10. Ja toch?

[3]

Er is geen reden om controle Z aan te doen, dus tussen Tiggelt en Tiggeltscheberg (wie kent ze niet) noteren we geen enkele controle. Mee eens?

[4]

Weer zo'n klein lusje: aan het einde van de Noordse Weg.

We noteren controle 24. U toch ook?

En dan is hier het beloofde voorbeeld uit de categorie "middelmatig moeilijk". De grensbenadering gaat van pijl A naar pijl B, nog steeds tegen de klok in. De route is dan als volgt: r-q-a-b-c-d-e-f-c-b-g-h-i-n-j-o-m-p. Bij a staat in de weg naar b keercontrole 16, en daar kunnen we eenvoudig omheen via de volgende weg (h-g), met controle 19. We willen nog steeds naar b, en dat kan via j-g; op weg daarheen niet via o maar via n, want dat is net iets korter: controle K. Dan voorbij g controle 17, zodat b onbereikbaar is. Maar het lusje rechtsonder (c-d-e-f-c) is nog wel bereikbaar, namelijk via q-r. Daar gaan we heen via g-h (controle L) en a-q (controle 18). Het lusje gaat nu niet meer, en de route moet worden opgenomen bij g, richting h (g>h), en dat kan via a-h-i-n-j-g: controle K. Ten slotte op de hoofdroute nog de controles L en K.

De A-klasse werd in elke Turfschiprit (tot nu toe) meestal één maal (heel soms twee maal) geconfronteerd met de "truc met het viaduct". In deze rit kwam dit fenomeen veel vaker voor: op liefst vier plaatsen zaten er viaducten in de grensbenaderingsroute; twee van deze vier leverde niet veel problemen op, maar de andere twee bleken complexe situaties, elk met meerdere viaducten bij elkaar. Het was niet mijn bedoeling om deze routes hier helemaal uit de doeken te doen, maar (helaas?) kreeg ik van een lezer het verzoek om de situatie bij Gastelsveer hier te behandelen, omdat hij er met de verstrekte uitleg niet helemaal uit kwam. Ik moet er dus aan geloven (zo'n verzoek kan ik niet naast me neerleggen), en u dus ook. Maar het zou mij niet verbazen als u dit stukje overslaat, of halverwege afhaakt… Ik ga proberen het "kort maar krachtig" met u door te nemen. Het uitlegkaartje was niet heel erg duidelijk getekend, dus ik ben zo vrij geweest daar een nieuwe versie van te maken. Om het niet nog ingewikkelder te maken dan het al was heb ik dezelfde letters gebruikt als in de verstrekte uitleg.

De grensbenadering loopt van pijl A naar pijl B (in de uitleg rechts dus van a naar z). We krijgen hier maar liefst viermaal met een viaductconstructie te maken, in het rechter plaatje aangegeven met rode lijnen: we moeten "ongelijkvloers rechtsaf" bij [1] b-c-y, meteen gevolgd door [2] c-y-g, even later [3] i-j-d, en ten slotte [4] j-d-e. Een extra complicatie is dat de weg f-n verboden voor auto's blijkt te zijn. De controles zijn hier in groen aangegeven, allemaal zichtbaar in één richting (ze staan hier rechts van de weg); uitzondering: de P staat "plat", en is dus uit beide richtingen zichtbaar. De C was een stempelcontrole.

[1] Het "rechtsaf slaan" b-c-y wordt opgelost door middel van de route b-c-d-e-f-n-p-c-y, dus eerst stempel C. Omdat f-n verboden in te rijden is moet deze route bij n worden opgenomen, richting p (n>p): f-d-j-h-o-u-y-c-p-n-r-s-x-r-n, dus controles P en Z.

[2] Om c-y-g te kunnen rijden is de route c-y-u-o-h-i-j-y-g, dus controle P. Hierna "gratis" op de hoofdroute de controles P en 51.

[3] De oplossing voor i-j-d is i-j-y-g-t-u-o-h-j-d, dus nogmaals controle P.

[4] Als laatste rechtsaf-beweging j-d-e. Dat gaat via j-d-f-n-p-m-b-c-d-e. Helaas: f-n mag nog steeds niet, en het opnamepunt is weer n>p, te bereiken via f-e-d-c-b-m-p-n-r-s-x-r-n: controles O en Z (een alternatieve route via controle 41 naar een keerlus ten noorden van a was langer). Na het opnemen bij n kan de route worden vervolgd via stempel C, waarna we voor de derde keer niet van f naar n mogen, nu gewoon als hoofdroute; opnemen bij n>r, via f-d-j-h-o-u-y-c-p-n: controle P. We sluiten af met een derde lusje r-s-x-r (nu gewoon als hoofdroute): controle Z.

De complete controlereeks is dus C-P-Z-P-P-51-P-O-Z-C-P-Z. Of u dit allemaal leuk vindt mag u zelf bepalen…

(Vanaf hier kunt u weer gewoon verder lezen…)

Nog een klassieker: "via de oude weg terug", vaak in de vorm van een achtvormige omweg. Bekijk het plaatje hieronder; de route loopt weer van A naar B. Rijdend van k naar m blijkt de weg bij m niet haaks links naar n te gaan, maar rechtdoor naar o (voor het gemak heb ik punt m ook op het linker kaartfragment aangegeven; de blauwe lijn is de nieuwe weg). Aangekomen bij o moeten we opnemen bij n>o. De eerste gedachte is dan misschien een rondje via o-p-j-k-n, waarbij we controle U (die we later nog gewoon op de hoofdroute krijgen) een keertje extra zouden aandoen; deze route is korter dan keren bij lusje t. Maar helaas, het kan nog korter, en wel volgens het principe "terug via de oude weg". We gaan bij o linksaf op de oranje weg, om dan direct weer linksaf te willen: o-n-m-k-n, een aanzienlijk kortere omweg. Omdat ook n-m niet lukt (het bekende liedje) gaan we gedwongen rechtdoor om alsnog te keren via de lus bij t. Na keren bij controle 42 kunnen we dan simpelweg de route bij n opnemen.

En dan kijken we nog even opnieuw naar de situaties 1 t/m 4 uit het begin van deze column; zie ook de plaatjes hieronder.

[1] Correct is 31-32; de 33 is een foutcontrole: die route voert over een voetbrug (Vbr). Zit er altijd wel een keertje in!

[2[ Ook de 10 is een foutcontrole: de weg is onderbroken door water, een valletje dat sinds enkele jaren is toegevoegd aan het rijtje voetbrug-fietspad-bermlijn-voetveer.

[3] Er is wél een reden om controle Z aan te doen: anders rijdt u over een fietspad, dat ik u bij [2] al beloofde.

[4] Hier is voor de verandering niets aan de hand; u dient inderdaad controle 24 te noteren. En heeft u ook gezien dat u in het dorp Langeweg via de gele parallelweg kunt rijden (hetgeen controle Q oplevert)?

Tot ziens bij de Krabbenrit op 14 mei. Tholen en/of Zuid-Beveland, altijd leuk!