A-C-D-E, dat waren de eerste vier controles die ik op mijn kaart kreeg. ACDE? Dat zijn toch de Ellerijders? En deze Finalerit was toch, net als die van vorig jaar, georganiseerd door de Amac? Als het dan toch met een acroniem moest beginnen, waarom dan niet A-M-A-C? Het antwoord: omdat ik de B gemist had…; het begon “gewoon” met A-B-C-D-E!

Nu we het toch over de Amac hebben kan ik meteen even melden dat deze vereniging een uitstekende organisatie had neergezet; tijdens de prijsuitreiking prees uitzetter Remco Luksemburg de inzet van vrijwel alle “marshalls” (om maar weer eens een rallyterm te gebruiken). Het enige dat de club naliet was het bedanken van de uitzetter voor deze prima rit, en daarom doe ik dat bij deze dan alsnog, ervan uitgaand dat ik namens alle deelnemers mag spreken.

Wat bij sommige ritten nog wel eens wil ontbreken is aandacht (van de kant van de uitzetters) voor de “foutrijders”. Uitzetters dienen er in de eerste plaats voor te zorgen dat de beoogde (“goede”) route helemaal klopt (bijvoorbeeld dat er geen onvoorziene wegverleggingen in voorkomen). Maar ook degenen die niet de juiste route rijden (omdat ze de kortste route over het hoofd zien, of een kaartteken verkeerd interpreteren, of anderszins in een val trappen) moeten zonder problemen weer op de juiste route terechtkomen; ook zo’n foutroute moet in principe foutloos gereden kunnen worden (waarbij de foutrijder natuurlijk wel een controle op de goedroute mist en/of een controle op de foutroute aandoet). In de vorige zin staat “en/of”, omdat uitzetters soms zowel op de goed- als op de foutroute een controle plaatsen; Dit doen ze omdat de deelnemers die fout rijden anders geen controle zouden tegenkomen en daardoor op het idee zouden kunnen komen “dat er iets niet klopt”. Wellicht kijken ze dan nog eens wat aandachtiger naar de kaart, en ontdekken dan dat ze het inderdaad fout doen, waarna ze alsnog de juiste route gaan rijden. Terwijl de uitzetter, die juist hoopt dat de deelnemers in zijn vallen trappen, geen slapende honden wakker wil maken. Vandaar soms OOK een controle op de foutroute, zodat het niet opvalt dat je verkeerd rijdt.

Waarom vertel ik dit allemaal? Dat is omdat je hierin ook nog een stapje verder kan gaan. Als er op de foutroute niets bijzonders gebeurt, en dan vooral in een rit die vol zit met vallen en valletjes, dan zouden de deelnemers dat ook al verdacht kunnen vinden. In deze Finalerit kwam het een paar keer voor dat de aandacht van een val werd afgeleid door een andere val. Met andere woorden: je deed iets fout, maar op de foutroute zat nog een val, en als je dat probleem goed oploste dan haalde je keurig één of meer controles, waardoor je de indruk had dat je het helemaal goed deed. Hetgeen dus niet zo was, want dat waren (dus) allemaal foutcontroles!

Van dit fenomeen geef ik twee voorbeelden. Eerst eentje uit traject 1. In dit traject moest zo kort mogelijk over rood worden gereden, en bij een onderbreking van de route moest “normaal” worden omgereden (zo min mogelijk route missen), en ook weer met zo min mogelijk rood. Van pijl 7 naar pijl 8 is de kortste route uiteraard gewoon rechtdoor over de dijk (zoals u ziet reden we langs de Rijn), maar dat is helemaal rood. Slimmer is dus bij de punt van de (hier door mij bijgetekende) blauwe pijl rechtsaf (tussen “Sl” en “Pl 0”) om over grijze en gele wegen een heel stuk rood te vermijden. Die grijze weg was echter afgesloten (hek over de weg, zie de uitleg rechts), maar die route was wel hoofdroute, en moest dus worden opgenomen bij de volgende “Sl” (sluis), even boven het pijlnummer “9”. Daar kon je heen via de volgende weg rechts (geel) en dan over pijl 9 (wel veel rood, maar de enige manier om het opnamepunt te bereiken). In de uitleg kunt u zien dat je op deze omweg als snel werd opgevangen door controle C met “DMP 9” (dus nieuwe route naar pijl 9: gewoon rechtdoor over de gele weg). Wie die grijze weg door “Lakemond” over het hoofd zag, òf vergat om de route op te nemen, die ging vrolijk over de dijk rechtdoor verder naar pijl 8. En dan bleek dat het allereerste stukje van die pijl, tussen de twee rode wegen, onbegaanbaar was (want fietspad). Dus gedwongen rechtdoor over nog meer rood langs controle Y, om dan “heel slim” te keren via het gele ommetje met controle Z, teneinde de rest van de pijl alsnog te rijden (rechtdoor en om “Randwijk” heen is meer rood). Je noteerde dan dus heel tevreden (!) de Y en de Z, maar die waren wel allebei fout omdat je in plaats daarvan de C moest hebben! Finalerit2024 aHet tweede voorbeeld zat in traject 2, waarin steeds de 1-na-kortste route moest worden gereden naar het volgende punt of de volgende pijl. Het gaat hier om de route van punt 7 naar pijl 8, en ik beschrijf eerst hoe het lijkt te moeten. Eerst de kortste route bepalen: dat is via de Elsterbrug over de A325 heen en dan door de ellips richting pijl 8. De 1-na-kortste route krijg je dan door deze route iets langer te maken door heen en weer te rijden naar het kleine lusje a. Na controle G blijkt dat lusje niet te rijden, ook niet andersom, dus rechtdoor en een nieuwe route maken. De kortste is nu de A325 oversteken net onder het rode blokkeringskruis, dan weer naar het noorden en verder zoals in de eerste route. De 1-na-kortste is dan via lus b, met de klok mee. Dat lukt niet (bord “doodlopende weg”, en dat gold in deze rit als verbodsbord!), dus dan maar iets langer, hetzelfde lusje tegen de klok in. En dat lukte wel (de “doodlopende weg” liep helemaal niet dood, een gevalletje nepnieuws?) en leverde uiteindelijk tweemaal controle H op, gevolgd door controle A op weg naar de ellips. Oplossing dus G-H-H-A? Na de inleiding hierboven voelt u hem vast al aankomen: G-H-H-A is niet goed! De reden hiervoor is dat het lusje bij a niet de 1-na-kortste route vormde: links van het puntnummer 7 staat een “P” (parkeerplaats), en deze “P” was zodanig bewerkt dat hij een keerlus vormt met aansluiting op de gele kaartweg naast de paarse A325. Dus niet naar de G, maar meteen het viaduct over, op weg naar die “P”. De weg daarheen was echter ook niet berijdbaar, waarna uiteindelijk na controle A een wat grotere lus via controle F moest worden gereden als nieuwe 1-na-kortste route. De goede oplossing was dus A-F. Probeer daar maar eens niet in te trappen… Finalerit2024 b

Finalerit2024 cIn het eerste voorbeeld hierboven was sprake van heen en weer rijden naar het lusje met controle Z, in verband met “zo min mogelijk over rood”. Dat was al eerder in dat traject ook al voorgekomen, en toen was het wel goed… Dat ging als volgt. Na pijl 3 gaan we einde weg rechts de dijk op, en komen dan bij de rode weg. Het allerkortste rood is nu rechts de rode weg op en direct links er weer vanaf (zo’n 30 meter). Ook aan die weg “direct links” stond een bord “doodlopende weg”, dus verplicht rechtdoor over rood, naar het oosten (!). Nu niet meer rood rijden dan nodig is, dus niet helemaal door naar Wely om daar linksaf te slaan en over de noordelijke gele weg naar het opnamepunt noordoostelijk van “Hien” te gaan. In plaats daarvan na zo’n 300 meter keren via het gele lusje en dan helemaal onder pijl 3 langs naar Wely en verder (pijlen mochten niet tegengesteld worden bereden). Dit leverde drie controles op: de J op het lusje, de H rechts van pijl 3, en de K op de noordelijke gele weg (uiteraard een combinatie). 

In datzelfde eerste traject kwam ook de volgende leuke val voor. Om te beginnen loopt pijl 7 tot net voorbij de gele zijweg, dus we gaan niet langs de “O” van ”Opheu[sden]”, maar rechtdoor over de rode dijk, met als beloning controle X. Maar dan hoeven we niet verder over rood dan tot het korte gele zijweggetje, want zo’n dubbele rand om een (kopie-)controlekaart is altijd verdacht! Ook in dit geval blijkt er een (witte) weg om die kaart heen te lopen, en die kunnen we gebruiken om meer rood te vermijden. Naast het eerste vakje van de controlekaart sluit de gele weg aan op die merkwaardige rechthoekige rondweg, en rechts van het achtste vakje kunnen we die rondweg weer verlaten via een gele weg, en zo bij pijl 8 komen (we gebruiken daarbij dus bijna alleen het noordelijke deel van deze rondweg). Dus na de X rechts (geel) en direct einde weg links, om dan te constateren dat die witte weg er helemaal niet is, vreemd… We gaan gedwongen rechtdoor en noteren als beloning controle B. Nu verder over rood naar pijl 8? Ja, maar niet vergeten om eerst de hoofdroute (want dat is het!) nog op te nemen; dat is mogelijk omdat de rondweg nog een derde toegang heeft: op het allerlaatste vakje sluit nog een mooi lusje aan, en dat kunnen we als keerlus gebruiken door over het oostelijke deel van de rondweg heen en weer naar dat lusje te rijden en zo de hoofdroute bij de “uitgang” op te nemen. Als beloning krijgen we controle A, met “HK – NVO”, dus nu wel naar de dijk en pijl 8. Herkent u de grijze weg rechtsboven op dit fragment van het eerste voorbeeld, drie plaatjes hierboven? Die A was trouwens een van de zeer weinige keercontroles in deze rit; als ik goed geteld heb waren het er maar drie!! Dat is nog eens een “rij-rit”!

Finalerit2024 d

En zo zaten er in dit traject allerlei vallen gebaseerd op kaartmodificaties. Op het volgende fragment ziet u nog een paar voorbeelden.

Ten eerste: na pijl 9 lijkt de route vlak na het station (het vierkantje op de spoorlijn) het spoor over te steken om dan door de ellips en vervolgens zuidelijk van de spoorlijn naar pijl 10 te gaan, maar dat klopt niet: binnen die ellips ontbreekt een stukje van de noord-zuid lopende gele weg. De juiste route loopt dus na pijl 9 rechtsaf en boven pijl 9 langs. Ten tweede: van pijl 11 naar pijl 12, na de punt van pijl 11 gewoon rechtdoor (spoorlijn oversteken)? Nee, goed kijken: pijl 11 gaat bij de pijlpunt haaks rechtsaf (over de spoorlijn!?), en eindigt pas bij de volgende gele weg! Rechtsaf op pijl 11 ging toch echt niet (er lag natuurlijk wel degelijk een spoorlijn), dus dat spoor toch maar oversteken, en dan meteen rechtsaf. Maar niet vergeten de hoofdroute (het hoofdspoor?) op te nemen door te keren via het lusje rechts van het pijlnummer “10”, waar controle H de beloning vormde.

Finalerit2024 e

Genoeg over het eerste traject, er was ook nog een tweede. Alhoewel, dat tweede traject was voor de Toerklasse (binnen de NRF beter bekend als C-klasse) juist het eerste, en hun tweede traject was voor de Expert- en Sportklassers (A en B dus) dan weer het eerste. Op deze manier had men ervoor gezorgd dat iedereen redelijk vroeg kon starten, en dus op tijd (voordat het – in december – te donker werd) de finish kon bereiken. Met het zeer grote aantal deelnemers (109 inschrijvingen!) zou dat niet gelukt zijn als iedereen de twee trajecten in dezelfde volgorde zou rijden. Handig opgelost!

Het tweede traject (met als systeem, zoals gezegd, op 1-na-kortste route) bevatte een gecombineerde start/finish-val. Op het volgende kaartfragment moesten we van de start (“LUNCH-UIT”) naar pijl 1, en de enige manier om de kortste route langer te maken was vanaf de rustlocatie niet in oostelijke maar in westelijke richting te starten, en dan een keerlusje te maken om het driehoekje ten zuiden van de tekst “Herveld-Zuid”. Op dat driehoekje stond, zoals u op het uitlegkaartje kunt zien, controle O.

Een kleine drie uur later moesten we van pijl 11 naar de finish (“TC-2-IN”). Ook nu was heen en weer rijden naar datzelfde driehoekje de enige mogelijkheid om een langere route te rijden dan de kortste. Je kon natuurlijk gokken dat die controle O daar nog steeds stond, maar omdat bijna iedereen ruim op tijd was ging de meerderheid toch maar even kijken. En niet voor niets: waar eerst de O stond, daar stond nu de Q! Dat loont de moeite… In feite was dit een dubbele val, want de bedoeling van de uitzetter was dat je nu aan het twijfelen werd gebracht: had je misschien aan het begin van het traject niet goed gekeken, en stond die Q er toen ook al? Je kan van een O straffeloos (?) een Q maken; die letters waren zorgvuldig uitgekozen. Twee manieren dus om strafpunten te scoren: (a) gokken dat de O er nog staat (mis!), en (b) denken dat die Q er eerder ook al stond, en de genoteerde O “corrigeren” (ook mis!). Leuke val, al was dit niet de eerste keer dat iemand deze grap uithaalde. Sterker nog, enig zoeken in mijn “archief” leverde op dat Remco deze val al eerder in een Finalerit heeft gebruikt: in de eerste editie (die van 2018) stond er aan het begin van het tweede traject een F, en op dezelfde plaats aan het einde van het traject een E. En in de uitleg stond: “Onderweg kom je de RC-E tegen. De RC-E???? Stond hier aan het begin van het traject niet de RC-F??? Heb je dit dan verkeerd gezien aan het begin??? Nee hoor, die heeft de uitzetter nog even veranderd toen jullie onderweg waren. Dus niet een streepje bij de F zetten, want dan maak je alsnog een fout aan het einde van de rit.”. Ken uw klassiekers!

Finalerit2024 f

Natuurlijk was er tussen begin en einde van dit traject ook nog wel “iets” te beleven. Hierbij een voorbeeld van twee vallen uit de categorie “niet zo moeilijk” (maar toch wel gemakkelijk fout te doen…). Eerst de 1-na-kortste route van 8 naar 9. De kortste gaat na pijl 8 tweede weg rechts, en voor de 1-na-kortste mogen we kiezen uit de eerste weg rechts en de derde weg rechts. Hier moet je toch even meten (dat hoefde - gelukkig - niet al te vaak), en dan blijkt de eerste weg rechts het te winnen. Dus via de J en niet via de K. Daarna de 1-na-kortste van 9 naar 10. We rijden dus vanaf punt 9 in zuidelijke richting, en de kortste route is simpelweg einde weg rechts en dan viersprong links. En voor de 1-na-kortste dient zich dan een eenvoudige oplossing aan: even heen en weer naar de rotonde in Heteren, met controle S. Dat daar tamelijk overbodig een cirkel omheen staat zou echter een belletje moeten doen rinkelen? Klopt, het kan korter: na punt 9 einde weg links (in plaats van rechts), en dan om punt 9 heen via de J en de K (nu dus  allebei goed), en dan zonder S richting pijl 10. Altijd lastig te zien, omdat je eerst de verkeerde kant opgaat. En die cirkel? Gevalletje “lokcirkel”!Finalerit2024 g


Met deze column komt een einde aan 10 jaar vastleggen van wat mij opviel in de nationale kaartleesritten van de NRF. Hoe het mogelijk is weet ik niet, maar het is gelukt om aan ALLE nationale ritten in de periode 2015 t/m 2024 deel te nemen (ik vermoed dat ik de enige ben…) en er een column over te schrijven. De column die u nu leest is nummer 135. Natuurlijk zijn er in die periode geen 135 kampioenschapsrittenritten verreden, maar zo tussen de ritten door was er ook aandacht voor droogritten (vooral in de corona-periode), en werd ook een bijdrage geleverd door de gastcolumnisten Aad van Oosten en John Terpstra; beide heren wil ik bij deze hiervoor nog eens hartelijk danken. En natuurlijk was er ook vijf keer een “Ronde door Vriesland”, waarmee ook flink wat columns gevuld werden.

Over twee maanden hoop ik 78 jaar oud te worden, en wil gehoor geven aan de oproep van mijn echtgenote “dat het nu misschien wel eens wat minder kan?” (zo’n rit kost veel meer tijd dan die ene zaterdag: vóór de rit voorbereiding, en na de rit uitleg bestuderen, kaartjes maken, column schrijven).

Ik stop nu met het meedoen aan ALLE kampioenschapsritten, en kan er dus ook niet meer over schrijven. Maar ik sluit niet uit dat ik niet af en toe eens een ritje “mee zal pikken”; ook is het niet uitgesloten dat er nog eens een nieuwe Ronde door Vriesland gaat verschijnen.

Aan alle lezers: bedankt voor jullie aandacht en reacties!