Uitspraak ReglementsCommissie december 2013
31. aanhoudend WW Ri Hout-Blerick
32. na ritpijl, voor "HOUTBLERICK" Ri Hout-Blerick
Kan de tekst op de WW's op twee manieren worden gelezen? Zo ja, hoe dan te handelen?
Is ook nog van belang of je dat binnen ritpijl één opdracht of bij verschillende opdrachten kunt (moet) doen?
Uitspraak was:
Antwoord
M.b.t. het DRR stelt de sectie Routebeschrijving van de NRF dat afgebroken woorden zowel in de routebschrijving als in het veld bij samenvoeging altijd het betreffende koppelteken verliezen.
Op beide borden staat derhalve Houtblerick en is er geen sprake van WW’s.
De opdrachten 31 en 32 zijn hier nergens uitvoerbaar.
19-11-2012
Uitspraak wordt:
Antwoord
Uit de context moet blijken of het gaat om een samengesteld woord (met koppelteken) of een afgebroken woord.
Indien sprake is van een koppelteken, wordt dit bij het afbreken van het betreffende samengestelde woord (volgens de spelling-/afbreekregels van de Nederlandse taal) automatisch het afbreekteken en dient het altijd in de tekst te worden vermeld.
Bij door de organisatie geplaatst routemateriaal dient uit de context te blijken wat wordt bedoeld. Indien bv. HOUT-BLERICK op een verwijzend bord wordt gezet, mag worden verondersteld dat er sprake is van een wegwijzer en derhalve van de plaatsnaam, met koppelteken.
Indien de context niet duidelijk vaststaat, mag een uitzetter hier geen val op baseren. Bijvoorbeeld wanneer een uitzetter er voor kiest om niet Hout-Blerick, maar
HOUT-
BLERICK
op een niet-verwijzend bord te zetten en zo van de deelnemers vraagt om te beoordelen of er sprake is van een afbreekteken (van bv. een achternaam Houtblerick) of een koppelteken (plaatsnaam).
Opdracht 32 is niet uitvoerbaar, tekst “HOUTBLERICK” is niet juist. In deze context zijn beide borden aan te merken als WW’s met plaatsnamen.
13-12-2013