Een motto in een blijkbaar succesvolle radioreclame luidt "Zuid-Limburg, je zal er maar wonen". Bij de Automobielsportclub "De Grensrijders" hebben ze hierop een variant bedacht: "Je zult er maar rijden". En de niet-Zuidlimburgse deelnemers aan de Ster van Valkenburg kunnen dit beamen: als wedstrijdgebied steekt Zuid-Limburg met kop en schouders uit boven de rest van het land.

Natuurlijk hebben ze elders, bijvoorbeeld in Twente of in de Betuwe of in Zeeland, ook prachtige rittensport-gebieden, maar er gaat toch niets boven Zuid-Limburg (om een Groningse reclame-slogan te imiteren, waarbij "boven" dan niet betekent "ten noorden van" maar letterlijk "hoger dan". (Misschien zijn de weggetjes in andere delen van het land net zo bochtig als die in Limburg, en misschien zijn ze net zo smal, maar het unieke in Limburg is uiteraard het hoogteverschil.)

Wat dat betreft is het jammer dat de Ster van Valkenburg van dit jaar een bedroevend laag aantal deelnemers trok: 4 in de A-, 5 in de B, en 2 in de C-klasse, tegen vorig jaar nog respectievelijk 8, 8 en 2, ook niet erg veel, maar toch nog net "redelijk" (?). Waar ligt dat aan? Het is ver weg, het is de laatste rit van het seizoen en de meeste punten zijn al verdeeld, er zijn andere evenementen op autosportgebied, of een combinatie hiervan, wie zal het zeggen? Maar de wegblijvers hebben ongelijk: in Limburg kon je dit weekeinde een prima rit rijden: mooi weer, zeer fraai gebied, leuke trajecten, en zeer veel controles. Hierbij dus een oproep (teneinde deze rit te behouden): volgend jaar wel allemaal meedoen a.u.b.!

Helaas was er ook een minpunt (waar ik niet omheen kan): de organisatie had "enigszins" geblunderd door te vergeten een aantal blokkeringspunten op de wedstrijdkaart van het tweede traject aan te brengen, hetgeen in twee gevallen leidde tot allerlei niet bedoelde herconstructies die geen of de verkeerde controles opleverden en uiteindelijk meestal doodliepen in een onberijdbare weg waar geen controle stond. (Merkwaardigerwijs waren deze weggedeelten wel afwezig op de na afloop verstrekte uitleg!?) Geluk bij een ongeluk was dat de wedstrijdleiding op grond van de tijdsoverschrijdingen in het eerste traject tijdens de rust bekend had gemaakt dat men in het tweede traject een half uur extra kreeg. Was dat niet zo geweest dan is het twijfelachtig of iedereen zonder een stuk route over te slaan binnen de bekende marge van 1 uur de finishcontrole zou hebben gehaald…

Om grove (maar onnodige) fouten van deze aard te voorkomen is er een duidelijk recept: de uitzetter dient de kaarten als die eenmaal zijn gedrukt (of geprint, of hoe dat tegenwoordig ook gaat), of vlak voor dat moment, minutieus te controleren. Simpel gezegd, simpel gedaan! (Er was vroeger eens een Ronde van Kennemerland waar de kaart verkeerd was afgesneden waardoor er een stuk wedstrijdgebied ontbrak, waar de uitzetter pas tijdens de rit achter kwam, zonde toch? Die uitzetter is tegenwoordig de controleur van de Cannenburghrit, en daar staan tot nu toe alle trajecten gewoon volledig op de kaart, dus blijkbaar kan je leren van je fouten! We verwachten volgend jaar in Limburg een foutloze rit.) NB: Excuses voor het uit de sloot halen van deze oude koe!

Grapje: mocht de uitzetter volgend jaar weer de fout in gaan, dan weten we hem te vinden! Kijk maar op dit fragment uit het tweede traject:

Afgezien van bovenstaande zat de rit heel goed in elkaar, en was er vooral voor de rust sprake van een pittig traject. De uitzetter verklaarde na afloop dat het moeilijker was dan hij had ingeschat, maar dat is vaak zo: als je een half jaar aan een rit werkt ken je alle situaties zo goed dat je over het hoofd ziet dat een deelnemer die dit voor het eerst onder ogen krijgt er heel anders tegenaan kijkt! Daar kunnen andere uitzetters over meepraten…

Om U te laten zien dat een wedstrijdkaart er in Zuid-Limburg net iets anders uitziet dan in de Noordoostpolder het volgende fragment (pijl 14 lag wat noordelijker):

Tenslotte een vraag aan de lezers. Vindt U dat de volgende "grap" door de beugel kan? Van pijl 20 naar de VTC moest de op één na kortste route worden gereden. 

De meeste (alle?) deelnemers dachten dat de juiste route via de controles N en  22 liep: l-m-n-p-o-x-y-q-VTC (want de kortste was l-m-n-p-o-VTC); het keerlusje bij q, met de controle Z, mocht je niet gebruiken omdat je tijdens het traject niet via start of VTC mag rijden. Volgens de uitleg mocht dit echter wel, omdat in het Bijzonder Reglement stond dat de VTC niet OP de weg stond, maar op de inrit van het parkeerterrein net NAAST de weg. Zou dit echt prevaleren boven de kaartsituatie?

Toegift: Met ingang van deze aflevering zal ik af en toe iets "uit de oude doos" laten zien. Dat kan iets uit mijn herinnering zijn, maar ook iets dat letterlijk uit de oude doos komt: mijn kist waarin alle gereden ritten sinds 1970 zijn opgeborgen (helaas niet erg goed georganiseerd…). De door ene Jos en ene Rob bedachte kaartleesgrap die ik nog steeds het best geslaagd vind is de volgende, uit de Teamrit van 1983 (!). U ziet vast wel de kortste route van pijl 36 naar VTC 2. Niet zo lastig toch? Maar heel ergens anders op de kaart, helemaal links, stond nog een pijl 37, met een lengte van maar liefst 21 kilometer. Dat deze door heel veel deelnemers over het hoofd werd gezien deed de uitzetters (en de andere deelnemers) veel plezier! De pijl was vermomd als grens (op de kaart werd zowel een pijlenrit als een grensbenadering gereden, elk door een ander equipe van een team), en de pijlpunt en het pijlnummer waren zo goed mogelijk "verstopt" (misschien ziet U de pijlpunt nu nog steeds niet, ondanks deze aanwijzingen). Het behoeft geen betoog dat op de enige weg naar deze pijl 37 (na pijl 36 linksaf) een keercontrole stond die de goedrijders alsnog naar de VTC stuurde.

Dit jaar geen ritten meer (behalve dan de Teamrit), maar deze column gaat gewoon door. Tot over twee weken!