subtitel: Hoe maakt U een keerlus?

En het nieuwe seizoen is weer begonnen! Zoals gebruikelijk was de Botterronde, georganiseerd door de Elburgse Ellerijders, de eerste rit van het jaar die meetelt voor het nationale kaartleeskampioenschap. Omdat de Ellerijders dit jaar ook de Pijlenrit organiseren (de tweede rit van het jaar) betekent dit dat deze vereniging in een tijdsbestek van vier weken twee grote ritten op de kalender heeft staan. 

Gelukkig beschikt deze club over de gebroeders Jongman (kom laat ik nu maar eens namen noemen), die zo slim zijn de taken handig te verdelen: broer Jaap zette de Botterronde uit en broer Henk controleerde die, en bij de aanstaande Pijlenrit (begin maart) doen ze het precies andersom.

Laten we het eerst eens over keerlussen hebben (verderop ziet U wel waarom). Een keerlus is nodig als je in de ene richting staat en precies in de tegenovergestelde richting verder wilt; direct keren is niet toegestaan (ja ik weet wel dat er uitzonderingen op deze regel zijn; daar komt U wel achter als U aan de Pijlenrit meedoet!).

In voorbeeld 1 is de route (pijl 1 t/m pijl 3): a-b-c-d-e-g-c-b-z. Dat is niet erg spannend, totdat we bij e niet rechtsaf naar g blijken te kunnen (verboden in te rijden, of weg niet aanwezig, of wat dan ook). We moeten nu  de oorspronkelijke route op de eerstvolgende samenkomst van wegen oppakken, en dat is bij c, richting b. Er zijn twee mogelijkheden: ten eerste e-h-k-d-c, en ten tweede e-h-p-h-e-d-c (daar heb je de keerlus). In dit geval is de route via keerlus p de kortste, en dus de juiste. Dit is in principe niet zo moeilijk, maar in de praktijk is niet elke keerlus op de kaart even goed zichtbaar: zowel de Topografische Dienst (waar de meestal gebruikte stafkaarten gemaakt worden) als de in deze kolommen eerder genoemde Henk Beltman (en zijn navolgers) zijn meesters in het tekenen van piepkleine puntjes midden op een kruispunt, waardoor er een even piepklein keerlusje ontstaat; de Topografische Dienst doet dat als er in werkelijkheid een rotonde ligt, maar uitzetters die zelf aan de slag gaan kunnen zo'n "rotonde" natuurlijk ook ergens op een polderweggetje tekenen, en daar verwacht je het niet zo gauw…

In voorbeeld 2 ziet U een situatie die minder vaak (zeg maar rustig zelden) voorkomt. De route is analoog aan die in het vorige voorbeeld: a-b-u-c-e-g-c-u-b-z. En weer kunnen we bij e niet rechtsaf naar g, en weer moeten we de route dus oppakken bij c, richting u-b. Uit het vorige voorbeeld hebben we onthouden dat een keerlusje dan handig is, en in dit geval zou dat weer het lusje p zijn: e-v-p-v-e-c. Maar: dat lusje ligt nu wel erg ver weg! Zou dat niet korter kunnen? En jawel, er blijkt een tweede keerlus te zijn (een keerlusJE kan je het niet noemen): e-v-w-u-x-v-e-c! We zouden dit een omgeklapte keerlus kunnen noemen. En het leuke is dat hoewel hier sprake is van een behoorlijk grote lus deze misschien minder snel in het oog springt dan een "normaal" lusje. Iets om te onthouden. 

Nota bene: in plaats van v-w-u-x-v zou je natuurlijk ook v-x-u-w-v kunnen doen, maar het reglement (TRK, artikel 5h) zegt:"Indien een zogenaamde 'keerlus' moet worden gereden en men reglementair de keuze heeft uit linksom en rechtsom, dan dient deze lus linksom te worden gereden (dus tegen de wijzers van de klok in)." Grappig hierbij is dat als de lus niet omgeklapt zou zijn (zie voorbeeld 3), dat dan v-x-u-w-v wèl de juiste draairichting is. Anders geformuleerd: in voorbeeld 2 ga je bij v linksaf, en in voorbeeld 3 rechtsaf! In beide gevallen rijdt je dan "linksom".

We keren terug (toepasselijke formulering) naar de Botterronde. Uitzetter Jaap Jongman staat er om bekend dat hij ook graag rally's rijdt, waar het iets meer om snelheid en iets minder om de juiste route gaat. In zo'n rally kom je bijvoorbeeld geen keercontroles tegen, er moet immers flink worden doorgereden. Het plezier dat Jaap daaraan beleeft wil hij graag overbrengen op de dames en heren rittenrijders, en zodoende probeert hij Botterrondes uit te zetten waarin niet of nauwelijks gekeerd behoeft te worden. Dat resulteerde in 2015 in een rit die door veel deelnemers als iets te gemakkelijk werd beschouwd, en de "vrees" bestond dat dit in 2016 herhaald zou worden. Echter: niets bleek minder waar! Weliswaar was er inderdaad weer een minimum aan keercontroles, maar dat betekende dit jaar niet in het minst dat de rit "gemakkelijk" was. We kunnen zelfs gerust van een pittige rit spreken, en juist door het vrijwel ontbreken van die keercontroles was er toch sprake van een echte "rij-rit". Het feit dat gerenommeerde equipes, die in de meeste ritten vrijwel foutloos de finish halen, nu (op één uitzondering na) zo'n 4 of 5 fouten maakten (oplopend tot maar liefst 12 in de staart van het klassement van de A-klasse) geeft wel aan dat de moeilijkheidsgraad toch wel hoog was. Maar in ieder geval wat mij betreft geen probleem, ik sta op het standpunt "hoe moeilijker hoe beter", want hoe meer fouten er te maken zijn, hoe meer kans er is dat de toprijders steken laten vallen en dus te "pakken" zijn. Zo won het equipe Hans Divendal-Joep Wanders als "outsiders" (?) de A-klasse van deze Botterronde met slechts 2 fout!. (Met outsiders bedoel ik dat ze niet vaak aan "normale" kaartleesritten meedoen; ze zijn meer te vinden in het klassieke/rally-circuit.)

Tijd voor een voorbeeld. Links de kaartsituatie, rechts een toelichting mijnerzijds. De route was grensbenadering van A naar B, dus de rode lijn; de controles zijn alleen zichtbaar in de richting van het pijltje dat er bij staat. Het probleem waar het om gaat ontstaat als we, na de gratis controle M,  bij c niet linksaf naar d kunnen (geen weg aanwezig). Het opnamepunt is d, in de richting e. De oplossing is in eerste instantie een 8-vormige omweg (zie de column van 5 november 2015): c-g-e-d-c-n-m-d. Superkort! Deze route blijkt te rijden tot punt d, alwaar we echter, niet geheel onverwacht, ook niet naar c blijken te kunnen. We gaan dus bij d gedwongen naar m, waarna we een nieuwe route naar d-e moeten verzinnen. We willen dus keren, en zoeken een keerlus. Er zijn er genoeg: lusje p, lusje q, en lusje s. Maar die zijn het allemaal niet, want hier is het praktijkvoorbeeld van de hierboven geïntroduceerde omgeklapte keerlus: (d-)m-n-c-g-e-h-k-m(-d)! We halen dus de controles M (tweede keer) en G, gevolgd door de J die gewoon langs de route staat. Dat hebben veel equipes fout gedaan…, een geslaagde val derhalve.

   

Wat verder opviel was dat het blijkbaar in de mode komt om gebruik te maken van "over de weg stromende beekjes", of -  iets exacter – van "rivier"-kruisingen zonder brug. Vorig jaar zat er zo eentje in de Cannenburghrit (het bleek later geen nieuwe val te zijn), en nu dus ook in deze Botterronde. Grappig dat de uitzetter van de Cannenburghrit er nu zelf intrapte, te meer daar degene die de val nog eerder gebruikt had er in de Cannenburghrit mee in de fout ging. Uitzetters die in hun eigen vallen trappen, dat vinden de deelnemers leuk! Ziet U op het volgende kaartfragment waar U door het water rijdt (de grensbenaderingsroute loopt van de blauwe "X" naar de finish in Elburg)?

Zo niet, hier vindt U het antwoord:

Tot slot weer iets uit de oude doos: Een aantal jaar geleden ging ik per ferry van Hoek van Holland naar Harwich, en op de boot had ik de TomTom uit de auto mee naar boven genomen. Voor de grap zette ik het ding aan en gaf als bestemming "Harwich" in. Toen we net vanuit de Nieuwe Waterweg de Noordzee op gingen kwam de eerste opdracht: "Keren!".

Pardon? Moest ik naar de kapitein rennen om hem te vertellen dat hij een verkeerde koers volgde? Nee, bij nadere inspectie bleek dat de TomTom had uitgerekend dat je een half uur eerder in Harwich was als je inderdaad "omkeerde" en dan via Antwerpen en Gent naar Calais reed om daar door de Kanaaltunnel naar Dover te gaan, en dan via Londen (!) naar Harwich: 6,5 uur tegen 7 uur rechtdoor met de boot van Hoek van Holland!