Zowel in het voorjaar als in het najaar zijn er perioden dat er om de twee weken een nationale kampioenschapsrit is. Maar o.a. tussen de Botterronde en de Pijlenrit zit een interbellum van een hele maand, hetgeen betekent dat ik een probleem heb met mijn streven om hier elke 14 dagen een nieuwe aflevering te verzorgen: er is even geen recente rit om te bespreken.
Gelukkig heb ik ook nu weer nog wat onderwerpen in voorraad om het gat te vullen, en ik hoop maar dat mij dit ook in de toekomst gaat lukken.
De rode draad in deze aflevering is "aanvullingen en correcties", want ik kom nog even terug op een aantal eerder besproken situaties.
[ a ] In de eerste plaats een kleine correctie op de column van 18 januari, "De uitleg na de rit". Ik kan blijkbaar niet tellen, want ik schreef "Systeem b werd gebruikt bij de ritten 3 en 6 t/m 10, dus in zes van de tien gevallen"; dat had moeten zijn: "Systeem b werd gebruikt bij de ritten 3 en 5 t/m 10, dus in zeven van de tien gevallen". Niet bepaald belangrijk, maar ik wilde het toch even rechtzetten. (Met "systeem b" bedoelde ik dat de uitzetter bij de uitleg een min of meer zelf getekende kaart gebruikt, tegenover "systeem a" waarbij de uitleg wordt ingetekend op de wedstrijdkaart.)
[ b ] In dezelfde column schreef ik dat er drie ritten zijn die door wisselende verenigingen worden georganiseerd: de Pijlenrit, de Brabant-Grensrit, en de Teamrit. Naar aanleiding hiervan schreef Aad van Oosten (ex-bestuurslid van de NRF en ex-club- en teamgenoot van Uw columnist) het volgende: "Je opmerking over de BGR is niet meer actueel. Sinds enige jaren is de stichting BGR opgeheven en wordt de rit georganiseerd door de Baronierijders." Waarvan akte! Dezelfde Aad van Oosten (die zelf niet meer als deelnemer actief is maar wel deze rubriek leest) schreef overigens in een andere mail: "Wat is kaartlezen toch een gemakkelijke tak van sport als je thuis alles rustig kunt bekijken." Tsja…
[ c ] Anton Aarden, lid van de reglementscommissie van de NRF, reageerde op mijn voorbeelden van situaties waar je moet kiezen uit twee of meer mogelijkheden die allemaal niet zijn toegestaan (zie de columns van 8 december en 5 januari). Hij vraagt zich af of in deze gevallen de uitspraak van de reglementscommissie van 21 februari 2007 (!) niet van toepassing is. Daarin wordt een aantal voorbeelden gegeven (die U zelf op deze site kunt bekijken), waarna de conclusie als volgt luidt: "Indien er de keuze is tussen keren en het berijden van een weg die volgens voorkennis niet berijdbaar is, dan dient voor de laatste optie gekozen te worden". Hoewel ik Anton dankbaar ben voor zijn reactie moet ik vaststellen dat m.i. deze jurisprudentie in de door mij getoonde situaties NIET van toepassing is, en wel omdat er in deze gevallen geen sprake is van keuze tussen enerzijds keren en anderzijds een wegens voorkennis niet toegestane weg berijden. Maar de situaties zijn hiermee wel vergelijkbaar, zodat naar mijn idee ook in deze gevallen zou moeten gelden "doorrijden totdat je wordt opgevangen". Dat was in beide voorbeelden overigens niet de "oplossing" van de uitzetter: zowel in het voorbeeld van 8 december (Golfrit) als in dat van 5 januari (Ster van Valkenburg) was de beoogde oplossing het tegengesteld rijden van een pijl, en dat was in beide gevallen iets anders dan "doorrijden". Dat doorrijden zou in het geval van de Ster van Valkenburg de controle 3 hebben opgeleverd (in plaats van de 13), waarna de route verder geen probleem zou geven, maar datzelfde doorrijden (in plaats van linksaf slaan naar controle 2) zou in het geval van de Golfrit geen controle hebben opgeleverd, zodat de vraag rijst: wat dan te doen? Waarschijnlijk: na het dan gedwongen kruisen van de pijl rechtsaf en verder de route opnemen zoals gepland (hetgeen dan uiteindelijk toch tot de opvangcontrole W zou leiden). Iemand een beter idee?
[ d ] Het voorgaande punt brengt mij er toe ook nog terug te komen op de kwestie "heen en weer rijden tussen de 5 en de 6" (die ook werd behandeld in de column van 5 januari). De uitzetter van de Cannenburghrit, Dik Vervoort, vond het interessant dat ik daar nog steeds mee bezig was en verklaarde onlangs dat hij zijn aanpassing in de rit van een jaar later had gemaakt "om aan elk misverstand een einde te maken" (prima!), maar dat hij nog steeds van mening was dat het de eerste keer ook correct was, mede vanwege bovengenoemde uitspraak van de reglementscommissie. Ik laat het hier nog een keer zien, nu compleet met de weg a-p-b.
De route van pijl 1 naar pijl 2 loopt uiteraard via de kaartweg x-z-w, en niet via de niet-kaartweg x-y-w. Tussen x en z staat de keercontrole 5, waarna de enige mogelijkheid om over kaartwegen bij b te komen nu de route x-a-p-b is. Op die route worden we opnieuw gekeerd, door controle 6. Wat nu? Gaan we via x-y-w naar b, of blijven we eeuwig heen en weer rijden tussen de 5 en de 6? De uitzetter vindt dat bovengenoemde uitspraak van toepassing is, maar ik betwijfel dat, net als in punt [c] hierboven. Er is namelijk ook hier geen sprake van keuze tussen keren en het berijden van een "voorkennis-weg", want door de 6 worden we gedwongen te keren, waarna we een nieuwe route moeten construeren naar het opnamepunt (punt b dus). Maar dat gaat niet: de enige route over kaartwegen is x-z-w-b, en die mag niet vanwege voorkennis. Er is dus helemaal geen sprake van keuze, er zijn NUL mogelijkheden! Wat doe je in zo'n geval? Inderdaad, "doorrijden" (totdat je wordt opgevangen). Maar wat is doorrijden? Is dat (a) "de kaartweg volgen" (naar de 5), of (b) "rechtdoor rijden" (in dit geval over de niet-kaartweg via y)? Wie het weet mag het zeggen…, maar volgens mij moet je altijd de kaartweg volgen. (Natuurlijk doe je dat in dit geval niet, omdat je ook wel benieuwd bent naar de rest van de rit, en dus niet de benzinetank leeg gaat rijden tussen de 5 en de 6.) Hier moet je het gezonde verstand laten zegevieren, wat Dik dan ook deed in de volgende rit: hij voorkwam elk mogelijk misverstand door de 6 te vervangen door een lettercontrole met opdracht "HK-NWG" (hier keren, nieuwe weg gebruiken). Ik sluit dit onderwerp dan ook (nu voorgoed?) af met het herhalen van deze algemene stelling: "de uitzetter dient ervoor te zorgen dat (dit soort) dilemma's niet voorkomen".
[ e ] Het is maar een kleine stap van "corrigeren" naar "herstellen". En zo komen we op het onderwerp "herstelcodes". In het TRK wordt bepaald dat de volgende codes kunnen worden gebruikt: [1]L(R), EL(R), HK, HKL(R), BM, NRC, NHC, NWG, NAG, NVH, GRV, DMP. Bij onze collega's van de afdeling routebeschrijving komen daar (zie ik in het DRR) nog bij: [1]GL(R), [1]AL(R), [1]KL(R), YL(R), VL(R), VO en XO. De laatste hiervan (XO = viersprong oversteken) wordt ook in kaartleesritten gebruikt, maar moet dan altijd in het Bijzonder Reglement van de betreffende rit worden opgenomen, omdat het TRK deze code niet kent. Misschien een idee om hier verandering in te brengen? Wellicht kan dan ook YL(R) worden opgenomen: driesprong links (rechts); lijkt me ook bij kaartlezen wel handig. Mocht U als kaartlezer zich afvragen wat al die RB-afkortingen betekenen, dan kunt U die natuurlijk opzoeken in het DRR, elders op deze site; ik volsta hier met deze uitleg: A = asfaltweg, K = klinkerweg, G = gelegenheid, V = voorrangsweg, X = viersprong, Y = driesprong. Ik ben trouwens benieuwd of U de KL-afkortingen wel allemaal kent… (weet U bijvoorbeeld wat GRV betekent?).
Een voordeel van de moderne codes of afkortingen (afko's) is dat ze in principe gemakkelijk te begrijpen en te onthouden zijn; dat is wel eens anders geweest: vroeger kwamen in het NRB (Nationaal Reglement Betrouwbaarheidsritten) alleen de cijfercodes 1 t/m 5 voor, met als betekenis respectievelijk 1e weg rechts, 1e weg links, einde weg rechts, einde weg links, en keren (deze codes werden voornamelijk bij RB-ritten gebruikt). Waar tegenwoordig "HK-1R-EL" staat stond vroeger dus "5-1-4", veel moeilijker te onthouden. Dat 5 keren betekende wist iedereen wel, maar de codes 1 t/m 4 werden nog wel eens door elkaar gehaald; sommige equipes hadden daarom een spiekbriefje in de auto hangen met daarop "1 = 1e rechts " etc. Uw columnist is er best een beetje trots op dat hij 39 (!) jaar geleden het voorstel heeft gedaan om over te gaan op de codes die wij nu kennen (zie bijgaand artikel uit de AutoRevue van april 1977); ze werden vrij snel daarna inderdaad ingevoerd.
PS: In het AutoRevue-artikel hierboven komt helemaal aan het einde de tegenwoordig volstrekt onbekende code "OKE" voor. Geen idee wat dat betekende… Misschien de verzekering dat het een goedcontrole betrof? Of anders de aankondiging van de rust ("Over een Kilometer Eten")?