De laatste rit die hier tot nu toe aan de orde is gekomen is de Golfrit van 9 april. De eerstvolgende rit is de Krabbenrit op 29 mei. Daartussen zit een enigszins irritant lang gat van maar liefst 7 weken (plus 1 dag, want de Krabbenrit is de enige van de 9 kampioenschapsritten die op een zondag wordt verreden).
Dat betekent dus (omdat het mijn bedoeling is dat er zo ongeveer om de twee weken een nieuwe column verschijnt) dat genoemd gat van 7 weken moet worden opgevuld met minstens twee afleveringen die niet zijn gebaseerd op een recente rit. Zodoende leest U na de column "Varia 3" van een week of 2 geleden nu dus een aflevering met de niet bijster originele titel "Varia 4". De volgende keer weer een "echte" column, want dan kunnen we het over de Krabbenrit hebben. Dat wordt dan tevens een jubileum-column, want dan bestaat deze rubriek precies 1 jaar! Hopelijk kunt U billijken dat er daarna even een zomerstop optreedt, waarna we in het najaar weer flink aan de slag kunnen met de 4 laatste ritten van dit seizoen, om tenslotte het jaar weer af te sluiten met de Teamrit. En wat er daarna gebeurt, dat zien we dan wel weer…
[ a ] Gedwongen iets doen wat niet mag?
Ik heb het al een paar maal gehad over wat je moet doen als er uitsluitend keuze is uit twee of meer opties die allemaal niet zijn toegestaan. Hoewel het nergens met zo veel woorden staat is het recept in zo'n geval: rechtdoor rijden totdat je wordt opgevangen. En als je niet wordt opgevangen, dan zijn er twee mogelijkheden: [1] jij doet iets fout (kijk nog eens goed of het toch niet anders kan), of [2] de uitzetter doet iets fout (heeft hij die wegverlegging niet gezien?). Dat laatste is onwaarschijnlijk (zo'n rit wordt toch nauwkeurig uitgezet en gecontroleerd) maar toch niet onmogelijk: ook de uitzetter is een mens en kan dus fouten maken. Als het probleem echt onoplosbaar is, sla het dan maar over, en ga (op de een of andere manier) door naar de volgende situatie; die uitzetter spreken we na afloop nog wel…
Er zijn ook situaties waar er helemaal geen keuze is; er is dan maar één mogelijkheid: rechtdoor rijden. Hoewel…, je zou ook kunnen keren, maar dat mag in principe toch nooit? We zullen eens bekijken wanneer dit het geval is, en of het dan wel of niet een probleem en/of een discussiepunt vormt. We beginnen met situatie 1, waar we van pijl 1 naar pijl 2 willen via de simpele route a-b-c. Bij b blijken we niet rechtsaf te kunnen (geen weg aanwezig), zodat we gedwongen rechtdoor gaan om via p naar c te gaan. Het nieuwe weggedeelte x-y (dat in de plaats is gekomen van de "oude weg" b-y) mogen we niet gebruiken omdat keren niet is toegestaan. Al zou de afstand b-x maar enkele meters zijn, je moet vanuit a exact tot b rijden, en dan ben je punt x al voorbij, zodat er formeel sprake is van keren als je van b terug rijdt naar x. Hier zal niemand veel moeite mee hebben. Je kan het fout doen door toch te keren en via x-y naar c te gaan, en dan krijg je 30 strafpunten, maar een echt discussiepunt is het natuurlijk niet. Als je het overigens goed doet en doorrijdt richting p, dan kan de uitzetter je op twee manieren belonen: er kan ergens op de route b-p-c een controle zonder opdracht staan (zodat je daadwerkelijk via p naar c rijdt), of er kan een controle staan met een opdracht als "HKL" of "HK - 1L" (hier keren, 1e weg links) of "HK - NAG" (hier keren, nieuwe aansluiting gebruiken), zodat je uiteindelijk toch via x-y naar c gaat.
Maar wat nu als er geen weg van p naar c loopt (althans niet op de wedstrijdkaart)? We krijgen dan situatie 2 (waarbij het er niet toe doet of er wel of niet een weg x-y is; ik heb hem hier weggelaten). Eigenlijk zijn er nu NUL mogelijkheden: keren mag niet, en rechtdoor rijden eigenlijk ook niet, want de weg loopt (op de kaart) dood bij p. Hier geldt nu de "regel" (althans jurisprudentie) dat we rechtdoor moeten rijden totdat de uitzetter ons opvangt (bijvoorbeeld met zo'n controle met "HKL"). Omdat b-p reglementair geen kaartweg is (want op de kaart doodlopend), is er eigenlijk sprake van situatie 3: de kaartweg gaat bij b rechtsaf, maar we kunnen alleen rechtdoor. Dat is gewoon een voorbeeld van een "kaartweg die overgaat in een niet-kaartweg", en daarin voorziet het reglement: we moeten de niet-kaartweg volgen (en wel totdat we weer een kaartweg bereiken, maar voordat het zo ver is kan de uitzetter ons natuurlijk weer opvangen met een "HKL"-controle).
Hierop voortbordurend kunnen uitzetters allerlei varianten verzinnen. Het voorbeeld van situatie 4 is de afgelopen tijd al twee maal voorgekomen, eerst in een Krabbenrit van een paar jaar geleden, en onlangs nog in de Golfrit van dit jaar. Wat moet je doen: bij b rechtdoor rijden waarbij je "gedwongen" over de voetbrug zou gaan, of bij b keren (omdat je juist niet over die voetbrug mag)? Het antwoord is: doorrijden! Hier geldt hetzelfde als in de situaties 2 en 3: b-p-c is formeel geen kaartweg, zodat de kaartweg a-b-c bij b in feite overgaat in de niet-kaartweg b-p-c. Alles wat tussen b en p mogelijkerwijs op de kaart staat (behalve een weg) doet er niet toe; een voetbrug, een fietspad, een huis midden op de route, een weg zonder bermlijnen, een weg in aanleg, een spoorlijn, een kanaal, een "weg" met een blokkeringskruis, noem maar op, het is allemaal "weiland", en de weg (b-p) die daar in werkelijkheid doorheen loopt is dus een niet-kaartweg die we gewoon mogen (moeten) volgen. Het enige waarvan ik niet zeker ben is de rijksgrens: als we tussen b en p de rijksgrens dreigen te passeren, moeten we dan wel keren? Die rijksgrens lijkt mij een soort absolute barrière, alsof er een muur staat (zoals tegenwoordig in sommige landen inderdaad het geval is…).
[ b ] Twee maal dezelfde keercontrole?
Een ander onderwerp waarvan ik had aangekondigd dat het hier aan de orde zou komen is het twee (of meer) maal achter elkaar aandoen van dezelfde keercontrole. Dat klinkt onlogisch, omdat bij het aandoen van een keercontrole voorkennis ontstaat over het feit dat de betreffende weg niet verder bereden mag worden. Maar er zijn toch situaties denkbaar waar zo'n controle twee maal moet worden aangedaan, maar - U voelt het al - dan moet er dus geen sprake zijn van voorkennis. Met andere woorden: nadat de controle voor de eerste keer is aangedaan moet er weer ergens hoofdroute zijn gereden, waardoor de voorkennis vervalt en we weer met een schone lei beginnen.
Om dit principe goed te kunnen uitleggen eerst even een eenvoudige situatie, zonder keercontrole. In de situatie van plaatje 5 loopt de hoofdroute twee maal over de weg a-b: de eerste maal van pijl 1 naar pijl 2, en de tweede maal van pijl 2 naar pijl 3. Geen probleem, dit doet iedereen zonder nadenken goed: twee maal controle A. |
Een klein tikje lastiger is situatie 6. De hoofdroute is dezelfde als in situatie 5: pijl 1-a-b-pijl 2-a-b-pijl 3. Maar in plaats van de "langsrijder" A staat er nu de keercontrole 7. Na de eerste 7 moeten we de route oppakken bij b, naar pijl 2, en rijden dus om via a-p-q-b: controle L. Vanaf punt b rijden we weer op de oorspronkelijke route, zodat de voorkennis betreffende controle 7 vervalt. Zodoende komen we op weg naar pijl 3 opnieuw bij de 7, en moeten we de route weer opnemen bij b, maar nu naar pijl 3. Dat betekent nogmaals via a-p-q-b, en dus opnieuw langs controle L. Totale oplossing: 7-L-7-L. Dat je twee maal de 7 moet hebben kan je verklaren uit het feit dat de hoofdroute twee maal via a-b voert. Maar let op: het is niet vanzelfsprekend dat we na de tweede 7 weer langs de L gaan, net als na de eerste 7, want als we pijlen tegengesteld zouden mogen berijden (er zijn ritten waar dat is toegestaan) dan zouden we na de tweede 7 niet via p-q naar b gaan, maar via pijl 2 tegengesteld, want dat is simpelweg korter!
Als de keercontrole niet twee maal op de hoofdroute staat, maar twee maal op een (mogelijke) omweg, zoals de controle 8 in situatie 7, dan hangt het van de voorkennis af of je hem twee maal moet aandoen. De hoofdroute is hier pijl 1-a-b-c-d-e-pijl 2-f-c-d-u-pijl 3; pijlen mogen NIET tegengesteld worden bereden. Vanwege de afpijling bij c gaan we omrijden via c-h-k-d, en worden meteen gekeerd door controle 8. Daar kunnen we gewoon omheen via c-b-a-g-h-k-d (controle T), en constateren dan bij d dat we niet rechtdoor kunnen naar e. Ook daar willen we omheen: d-u-s-e, maar ook bij s blijken we niet naar e te kunnen. Nu is e niet meer bereikbaar, en moeten we de route opnemen bij f (naar c). Dus vanaf s via m naar n, waar een vierde afpijling de weg verspert. We gaan nu via p naar b (controle V). En dit is het kritieke moment: we hebben zowel voorkennis van de afpijling op c-d, als van keercontrole 8 (want we hebben na het voor de eerste maal aandoen van punt c nog geen hoofdroute gereden). Het volgende opnamepunt is d (richting u), waar we alleen nog kunnen komen via b-a-g-h-k-d (controle T). Een tweede maal controle 8 is hier dus fout! De juiste controlereeks is dus 8-T-V-T.
Tenslotte (zie situatie 8) een voorbeeld dat redelijk vaak in de praktijk voorkomt: twee keercontroles die allebei éénmaal op de hoofdroute staan, en ook allebei éénmaal in een omweg voorkomen. Deze keer is het systeem grensbenadering tegen de klok in (aanhoudend rechts), en bij omrijden mag de grenslijn overschreden worden. We beginnen bij P en moeten uitkomen bij Q. Steeds rechts aanhouden, dus eerst lusje z met controle K, en daarna op weg naar lusje x: keercontrole 3. Lusje x is nog steeds bereikbaar, en wel via e-c-y-p, dus op naar controle 4. Nu is x niet meer bereikbaar. Even kijken hoe de hoofdroute na lusje x precies loopt: dat is x-e-c-y. Die route kunnen we oppakken bij c (richting y), maar we staan bij controle 4, ook in richting y. Na het keren bij de 4 gebruiken we nu nogmaals lusje z (controle K) om bij c uit te komen in de richting y.
Uiteraard krijgen we nu weer controle 4, en in een poging om lusje y alsnog te bereiken ook nogmaals controle 3. Tenslotte pakken we de route (die eindigt met y-c-d) bij c op en komen uiteindelijk bij Q. Let op: essentieel hierbij is dat we weliswaar voorkennis hebben van controle 4 (en ook van controle 3), maar dat we na de keermanoeuvre c-b-z-b-c vanaf punt c weer hoofdroute rijden, waarbij de voorkennis vervalt! Anders gezegd: vlak voor het voor de tweede keer bereiken van controle 4 vervalt de voorkennis die eigenlijk lijkt in te houden dat we niet nogmaals naar de 4 zouden mogen. Het gaat er om dat we het opnamepunt (c) nog kunnen bereiken, en vandaar de hoofdroute weer kunnen rijden, al is het maar tot controle 4. Beetje lastig inderdaad… De juiste controlereeks is dus K-3-4-K-4-3. (Bent U C-klasser en heeft U helemaal tot hier gelezen, dan mag U wat mij betreft naar de B-klasse :-) )
Om te voorkomen dat deze columns toch een soort kaartleescursus worden (hetgeen niet de bedoeling was) gaat de volgende aflevering weer, zoals hierboven al aangekondigd, over een "echte" rit, waarover hopelijk weer het een en ander te vertellen valt. Aan de andere kant: alles wat ik in bovenstaande situaties heb uitgelegd kan daadwerkelijk in een rit voorkomen, dus ik hoop ook de minder ver gevorderden onder U toch niet zinloos te hebben bezig gehouden… Tot ziens bij de Krabbenrit (U doet toch ook mee?)!
[ c ] Uit de oude doos
Enkele "artikelen" uit een "reglement" van een feestavond van de voormalige RAC Den Haag (attentie Ton Povel!):
- de gerechten dienen in nummervolgorde genuttigd te worden;
- bestek kan links of rechts van het bord liggen;
- kurken onderbreken de route niet.