Columns

Ja, je zou het ook de Beltmanrit kunnen noemen. Net zoals je niet om de Beltmanpuntjes heen kan (oh nee, de grap is dat je er juist wel omheen kan...) kan je bij een door de TwAC georganiseerde Pijlenrit ook niet om de familie Beltman heen: zoon Herbert als uitzetter, vader Henk als controleur, en moeder Hendrika op het wedstrijdsecretariaat, ze zitten overal! En met succes, de organisatie verloopt daar altijd vlekkeloos.

Dit jaar zijn de kampioenschapsritten wat anders over het jaar verdeeld dan voorheen, mede veroorzaakt door het wegvallen van de Cannenburghrit (wegens het opheffen van de vereniging Fasna). De daarvoor in de plaats komende Finalerit staat in december op het programma (nog na de Teamrit), zodat in het voorjaar wat ruimere pauzes tussen de ritten vallen; vooral het gat tussen de Pijlenrit (7 april) en de Krabbenrit (9 juni) is onaangenaam groot. 

Zou het een trend zijn? Nadat vorige maand de Botterronde al een heel behoorlijk deelnemersveld had mocht deze maand de Turfschiprit zich verheugen in een goed gevulde deelnemerslijst: 17 equipes in de A-klasse, 13 in de B, 8 in de C, en 10 in de D, totaal 48 equipes en dus 96 rittensporters in actie! Laten we hopen dat deze stijgende lijn zich voortzet.

Zoals ik onlangs al aankondigde is na Aad van Oosten nu ook John Terpstra toegetreden tot de "medewerkers" van deze rubriek. John heeft aangeboden zijn herinneringen aan het militaire kaartlezen aan het papier scherm toe te vertrouwen. 
 
Overigens is Aad van Oosten door het schrijven van zijn gastcolumn blijkbaar dermate enthousiast geworden dat hij inmiddels ook heel actief is geworden op de Facebook-pagina "Rittensport NL 1965-1985" (waarover ik het hier al eens heb gehad). Neemt U daar eens een kijkje:

We vallen maar weer eens met de deur in huis: in de serie "verstopte keerlusjes" heb ik weer een nieuw exemplaar voor U. 
Om Uw geheugen op te frissen laat ik U twee varianten zien die eerder in deze columns aan bod zijn gekomen, samen met de nieuwste versie, uit de recente Botterronde. Wat je met een o of een p kan doen, dat kan ook met een d! Een inventief volkje, die uitzetters...

In diverse eerdere afleveringen van deze rubriek heb ik aangegeven dat bijdragen van lezers welkom zijn. Als U ook een leuke anekdote heeft, laat het weten, stelde ik voor. Helaas zijn daar weinig (nul) reacties op binnengekomen, zodat ik concludeer dat U ofwel geen anekdotes kent, ofwel geen zin en/of tijd heeft om een en ander op te schrijven.
Ik had mij er al bijna mee verzoend dat ik de enige zou blijven die de stof voor deze columns aanlevert... 

Misschien ook een jubileum: de tiende aflevering in de reeks "Varia"? Het is het bekende recept: geen ritten, toch een column, dus Varia. Maar waarover deze keer? Hoe komen we de winterstop door? Voor de kerstdagen zou een droogrit leuk zijn, maar daar ben ik inmiddels al jaren aan bezig en hij wil nog steeds maar niet af komen. Dat duurt nog wel even...

Wel heb ik een tweede "oude doos" ontdekt, namelijk de doos waarin de clubbladen van de voormalige kaartleesclub RAC Den Haag zitten opgeborgen (en nog netjes op volgorde ook!). Ik denk dat daar wel wat bij zit dat in aanmerking komt om in deze columns te worden getoond, om te beginnen met de aflevering die U nu leest, zie verderop.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen laat ik U even meeluisteren naar het team-overleg binnen het Ellerijders-team voorafgaand aan de start van deze Teamrit. Navigator "blauw" (laten we hem Rob noemen) tegen navigator "rood" (laten we hem Remco noemen): "let op, het tweede traject is uitgezet door Piet van Rijckevorsel, en die heeft bijna altijd wel een val met een verlegd opnamepunt". En daarna nog eens in de rust: "Vergeet niet alert te zijn op dat verlegde opnamepunt!". Ik vermoed dat U nu het vervolg al kunt raden... 

De meeste navigatoren geven hun bestuurder aanwijzingen in de geest van "na 300 meter eerste weg links" of "na 1200 meter rechts". Als er in het laatste geval sprake is van meer zijwegen rechts binnen die 1200 meter, dan is het handig om wat aanvullende informatie te geven, zoals "vlak na linker zijweg", "tegenover de kerk", of "tussen twee huizen". Maar als je in Zuid-Limburg rijdt is er nog een mogelijkheid: "bij derde kruisbeeld rechts". In een bepaald gedeelte van deze Ster van Valkenburg stonden er zo veel kruisbeelden/kruisen/kapelletjes langs de route dat je inderdaad geheel op deze objecten kon navigeren: "bij het eerste kruis rechtdoor, en dan bij het tweede linksaf".

Zoals gebruikelijk als er tussen twee ritten een periode zit van vier of meer weken: een varia-column om het gat tussen twee "reguliere" afleveringen op te vullen. In dit geval betreft het de periode tussen de laatste twee kampioenschapsritten van dit jaar: de Stoppelrit (7 oktober) en de Ster van Valkenburg (4 november). In deze varia-column gaan we aandacht besteden aan twee zaken: ten eerste de Betuwerit, en ten tweede aan het fenomeen "droogritten".

Om te beginnen: Deze rubriek beleeft weer een mijlpaal: dit is aflevering 40!
 
Eerst kom ik nog even terug op de vorige column, die over de Brabant-Grensrit van dit jaar. Ik had het daar zelf al over "deze misschien wat saaie aflevering", omdat ik vond dat het wel erg veel (in ieder geval meer dan gebruikelijk) ging over het rijden van de juiste (omrij-)route in een aantal complexe situaties. 

Laten we, om met de deur in huis te vallen, weer eens beginnen met een stukje theorie. In deel 1 van het TRK kunnen we in artikel 7 voorbeelden van kaarttekens vinden; een deel daarvan ziet U hiernaast. Ik vraag met name Uw aandacht voor de eerste drie situaties van punt a, en let dan vooral op de derde: "géén kaartweg onder kerkteken".

Om de (te?) lange zomerstop enigszins te doorbreken heeft U in augustus hier een column kunnen lezen over "kaartlezen een eeuw geleden". Daar hebben verschillende lezers op gereageerd, en men vond het besproken epistel blijkbaar, net als ik, een amusant boekje. Zelf was ik in diezelfde maand augustus een weekje in Engeland, en wel in het graafschap Suffolk, rond de stad Ipswich; wij verbleven in een cottage in het leuke stadje Woodbridge, hetgeen nog leuker is als U weet dat mijn woonplaats Woubrugge is... 

Het is inmiddels half augustus, en het duurt niet heel erg lang meer of we mogen weer aan het "echte" kaartleeswerk beginnen. Tot die tijd moeten we ons behelpen met droogritten (waarover wellicht binnenkort meer). Om weer een beetje in de stemming te komen alvast deze zomer-column, met daarin een kaartleescursus, maar dan wel eentje uit 1916; of die voor U van betekenis kan zijn moet U zelf maar uitmaken…